Openbare les associate lector Windesheim: Met een goede trampoline spring je hoger

Het lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg van hogeschool Windesheim startte vorig jaar in Almere een nieuwe onderzoekslijn: ‘Familie & Veerkracht’. Aan het roer staat dr. Charlotte Vissenberg.

Met een openbare les, op 12 oktober, stelt Vissenberg zich als associate lector van het lectoraat voor en schetst zij een beeld van hoe onderzoek naar veerkrachtigere families kan bijdragen aan het creëren van gelijke kansen voor jeugdigen en hun familie. “Met een goede trampoline spring je hoger”, zo betoogt zij.

De trampoline waaraan Charlotte Vissenberg refereert, staat symbool voor veerkracht. En veerkracht staat weer symbool voor het vermogen om na te zijn uitgerekt of ingedrukt, weer vorm of een positie aan te nemen. In haar openbare les gebruikt de nieuwe associate lector deze metafoor voor het veerkrachtig opgroeien van kinderen in Flevoland. Een van de thema’s van het lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg. De lijn ‘Familie & Veerkracht’ staat onder Vissenbergs leiding en onderzoekers, docenten en professionals werken samen aan het opdoen en verzamelen van kennis over veerkrachtig opgroeien én het benutten van al deze kennis in de praktijk.

Een veerkrachtig Flevoland

“We zien veerkracht als souplesse van een persoon of gezin om met het leven om te gaan”, aldus Vissenberg. “In ons onderzoek kijken we daarbij naar de rol van veerkracht in een Flevolandse context. Zo is er in Flevoland preventieve ondersteuning nodig, omdat relatief veel kinderen en jongeren worden doorverwezen naar (zware) vormen van jeugdhulp. Ook zien we meer tienermoeders, en leven kinderen vaker in gezinnen met problemen. Het begrip veerkracht kan dan een sleutelrol vervullen. Maar wat maakt families veerkrachtig? Wat is de invloed van onze samenleving – en alles wat daarin gebeurt – op kinderen en de gezinnen waarin ze opgroeien?” Op 12 oktober neemt de associate lector het begrip veerkracht kritisch onder de loep. Wat is de invloed van veerkracht op ongelijkheid in opvoeden en opgroeien? En welke verschillende perspectieven zijn er precies op veerkracht? 

Onderzoek voor én met de samenleving

Ook het onderwerp van onderzoek – de families – participeren volop in het onderzoeksprogramma. Participatief én praktijkgericht onderzoek dus. “Want het moet niet iets zijn wat wij vanuit onze ivoren toren hebben bedacht, het is belangrijk dat het eigenaarschap bij de mensen ligt en ook écht plaatsvindt in de praktijk. Want wat zien zij zelf als veerkrachtig opvoeden en opgroeien? Hoe gaan zij om met de uitdagingen die op hun pad komen en wat kunnen we daarvan leren? Hoe kunnen we versterken wat er goed gaat in gezinnen en ons niet alleen richten op het repareren van datgene dat wij als problematisch bestempelen, om zo inzet van hulpverlening te voorkomen?” Een greep uit de reeks vragen die de associate lector onder andere met de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Flevoland probeert te beantwoorden. In deze werkplaats staat veerkrachtig opvoeden en opgroeien centraal. Er wordt onderzoek gedaan naar de rol van intergenerationele invloeden, een goede start voor ieder kind tijdens de eerste 1.000 dagen van zijn of haar leven én de samenwerking tussen gezinnen en de betrokken professionals.

Terugkerend thema

Vissenberg heeft een achtergrond in medische antropologie en sociologie en promoveerde op onderzoek naar leefstijlinterventies voor diabetespatiënten in achterstandsposities. Sinds 2018 werkt zij als onderzoeker bij het lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg in Almere. Dit lectoraat doet, onder leiding van lector Kitty Jurrius, onderzoek naar zorg en ondersteuning op maat. Ongelijkheid is een terugkerend thema in Vissenbergs werk. Van het recht op een goede gezondheid tot gelijke kansen op school. Want het is volgens haar pijnlijk om te zien dat een welvarend land als Nederland nog steeds zoveel ongelijkheid kent. Ze vindt het belangrijk om de echte oorzaken van deze problemen aan te pakken. En dat begint bij de verhalen van ouders en kinderen zelf. 

Geschreven door