De Almeerse topzwemster Enith Brigitha maakt alsnog kans op een gouden medaille voor haar prestatie tijdens de Olympische Spelen van 1976.
In Canada werd Brigitha derde op de 100 meter vrij, achter twee zwemsters uit Oost-Duitsland. Die deelneemsters worden nog altijd verdacht van dopinggebruik. De wereldzwembond Fina wil een proces voor zwemmers die zich bedrogen voelen.
Jonge zwemmers uit het oostblok leefden in een sportinternaat en kregen groeihormonen. Op dopinggebruik werd destijds niet altijd afdoende getest.
Als de twee Oost-Duitse concurrenten van Brigitha met terugwerkende kracht gediskwalificeerd worden, heeft de Almeerse zwemster recht op goud.
In de Volkskrant zegt Brigitha dat zij de gebeurtenissen in 1976 altijd oneerlijk heeft gevonden. Vorig jaar werd in Almere geld ingezameld om de zwemster te eren met een standbeeld. De gemeente zou positief zijn over het idee maar er wordt nog gekeken naar een geschikte plek.