Natuurlijk zou hij liever langs de lijn staan, maar dat er vrijwel elke zaterdag bij Sporting Almere nog steeds wordt gevoetbald, is voor Romeo Forster een zegen. ‘Natuurlijk mis ik de competitiewedstrijdjes, maar ik vind dat het heel mooi wordt opgelost’, zegt de trainer van de JO13 met enige trots. Hij is vooral blij met de manier waarop ‘zijn jongens’ zich door de coronacrisis heen werken. De motivatie en de inzet lijden er niet onder. Trainer Romeo is ondanks alles trots op zijn jongens!
Als de training er op een donkere en koude dinsdagavond opzit, worden de mannen nog één keer bij elkaar geroepen. Romeo Forster (32) spreekt zijn spelers nog even toe. Hij is tevreden. ‘Goed luisteren, oren open allemaal’, begint hij zijn epiloog. ‘Nu gaan we nog even alles verzamelen en opruimen.’
Iedereen doet mee, ook de trainer. Hij verzamelt en sorteert de hoedjes, aait en passant nog even een spelertje over zijn bol, helpt iemand met het zoeken naar zijn handschoenen en beantwoordt ondertussen ook nog wat vragen. ‘Ja, ik ben niet alleen trainer hè’, lacht hij. ‘Ik kijk ook hoe ze zich voor en na het voetbal gedragen. Ik vind het belangrijk dat ze netjes gedag komen zeggen bij het begin van de training en aan het eind als ze naar huis gaan. Dat handje geven hoort er ook bij.’
Ondanks dat dit seizoen tot nu toe slechts heeft bestaan uit een paar officiële wedstrijden, lijken de ambities en de motivatie van de Onder 13 niet aangetast. Dat er niet alleen maar getraind wordt, maar dat de jongens ook iedere zaterdag een wedstrijd kunnen spelen, heeft er volgens de trainer, voor gezorgd dat de inzet hoog is gebleven. ‘Ja, het zijn maar onderlinge wedstrijdjes en je speelt meerdere keren tegen dezelfde tegenstander. Toch haal je juist uit wedstrijden tegen bijvoorbeeld de JO15, heel veel motivatie. Dat leverde ook best wel een paar spannende wedstrijden op. En wij hebben het daarin heel goed gedaan.’
De blik van de trainer en die van de spelers van de JO13 is nu weer helemaal gericht op maart als de lockdown erop zit. De vraag is dan of er weer voor de competitie mag worden gespeeld of dat het seizoen moet worden afgemaakt met trainen en het spelen van onderlinge duels. Na de aankondiging van minister-president Rutte is het geloof bij Romeo Forster nog niet teruggekeerd. ‘Ik moet het nog zien. Ik denk dat alles eerst weer rustig moet worden op straat en dat ze eerste de scholen en de winkels weer open willen hebben. De sport komt later wel aan bod. Als we in januari en februari ook nog niet voetballen, dan is het voorbij, dan is het een verloren seizoen.’
Er is toch nog enige twijfel en er is nog enige hoop. Want even later stelt Romeo Forster vast dat het seizoen zelfs dan nog niet helemaal de mist in zal gaan. ‘Het ging met deze jongens de
