Tegen vier jonge Almeerders en een inwoner van Hilversum die betrokken zouden zijn geweest bij WhatsApp-fraude zijn werkstraffen geëist van 20 tot 120 uur. De straf wordt geëist voor het witwassen van de ruim 10.000 euro die het vijftal met de fraude zou hebben verdiend.
De fraude ging als volgt in zijn werk: slachtoffers ontvingen een bericht van een goede bekende, compleet met profielfoto en persoonlijke gegevens. In het bericht werd gevraagd geld over te maken, bijvoorbeeld omdat die persoon in nood was, of in het buitenland.
De verdachten kenden elkaar van school of van de voetbalclub. Vier waren op het moment van de fraude minderjarig. Ze regelden onder andere rekeningen met pinpassen om het geld te kunnen ontvangen en op te nemen. Dat laatste gebeurde direct nadat het geld was overgemaakt en voordat de slachtoffers argwaan konden krijgen. Volgens het OM maakten ze zo misbruik van het vertrouwen en “van de affectieve relaties van de slachtoffers, wat diep inbreekt in de levens van mensen”.
“Alle verdachten vormden onmisbare schakel”
Tegen de twee Almeerse hoofdverdachten die zelf de passen regelden, het geld pinden en erover konden beschikken, eiste de officier werkstraffen van 80 tot 120 uur en voorwaardelijke jeugddetentie van vier of zes weken. Tegen de medeverdachten die hun pas ter beschikking stelden, eiste de officier een werkstraf van twintig uur. Maar alle verdachten waren volgens de officier een onmisbare schakel bij deze vorm van fraude
Justitie wil ook dat de verdachten de materiële schade aan de slachtoffers vergoeden. De rechtbank doet uitspraak op 23 juni 2020.