Tot één jaar cel geëist voor beroving van pakketbezorger in Almere

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag celstraffen geëist tegen twee 23-jarige mannen uit Almere die ervan verdacht worden een pakketbezorger in hun woonplaats te hebben beroofd.

Daarnaast is de rechtbank verzocht om een eerder voorwaardelijk opgelegde celstraf en taakstraf nu alsnog ten uitvoer te leggen.

Op 18 april 2020 is een bezorger van een pakketdienst bezig met zijn ronde door de Stedenwijk in Almere, als hij een man pakketjes uit zijn bestelbus ziet pakken en daarmee weg ziet rennen. De bezorger gaat achter hem aan en maakt opnames met zijn mobiele telefoon. Er vindt vervolgens een woordenwisseling plaats, waarna de tweede verdachte zich er mee bemoeit. Er ontstaat een worsteling tussen deze tweede verdachte en de pakketbezorger. De bezorger wordt daarbij in zijn gezicht en nek geslagen en krijgt dreigend een puntig voorwerp in zijn rug geduwd. De verdachten gaan er vervolgens vandoor, waarbij de telefoon van het slachtoffer wordt meegenomen.

Op grond van onder meer camerabeelden, getuigenverklaringen en telefoongegevens acht de officier van justitie bewezen dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal met geweld, in vereniging gepleegd.

Strafeis

Het is ernstig dat een pakketbezorger die gewoon zijn werk doet, plotseling geconfronteerd wordt met geweld. Daar komt bij dat beide verdachten al eerder veroordeeld zijn voor diefstal en geweldsfeiten. Bij de bepaling van de strafeisen is ook rekening gehouden met het aandeel dat de verdachten hadden in het gebruikte geweld en met reclasseringsadviezen. Alles afwegende eiste de officier van justitie tegen de eerstgenoemde verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twee maanden. Tegen de tweede verdachte is geëist een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Als voorwaarde is onder andere gesteld dat hij meewerkt aan behandeling en aan begeleiding door de reclassering. Ook is geëist dat hij een eerder voorwaardelijk opgelegde taakstraf van twintig uur alsnog moet uitvoeren.

Schadevergoeding

Namens het slachtoffer is de rechtbank verzocht om de verdachten te verplichten een schadevergoeding te betalen van 2500 euro aan immateriële schade en 1150 euro aan materiële schade.                     

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.

Geschreven door