Het aantal bomen in de stad wordt fors uitgebreid. Daarbij wordt voorrang gegeven aan grote bomen op de juiste plekken.
In het Bomenkader 2025 van de gemeente staat dat bomen zo belangrijk zijn dat ze behouden moeten worden, ook als inwoners er hinder van ondervinden. Klachten over blaadjes, pollen, plakkende stof of schaduw zijn geen reden om een boom te verwijderen.
De bomen in de hoofdboomstructuur van de stad krijgen extra bescherming, en nieuwe bomen worden gevarieerd aangeplant om ziekten en klimaatstress tegen te gaan. Om ervoor te zorgen dat elke Almeerder kan profiteren van de voordelen van bomen, gaat de gemeente werken met een 3-30-300-regel: in elke straat komen minimaal drie grote bomen, 30% van elke buurt valt in de schaduw van bomen, en op 300 meter van elke woning is een park of andere groene ruimte.
Uitgangspunt voor het bomenbeleid is dat bomen de ruggengraat vormen voor een groene en leefbare stad. Hoe groter de boom, hoe meer verkoeling, wateropvang en biodiversiteit. Dat vraagt om betere bescherming van bestaande bomen, betere groeiplaatsen, en goede vervanging waar nodig. Klimaatverandering, bodemdaling en de groei van de stad maken deze maatregelen extra urgent.
Wethouder Jesse Luijendijk biedt het Bomenkader aan de gemeenteraad aan. Hij wil voorkomen dat bomen verloren gaan, bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen in de stad. Voor hem is uitganspunt altijd het behoud van de boom. Als er echt geen mogelijkheid is om de bomen te laten staan, dan kijkt de gemeente of de boom verplaatst kan worden. Lukt dat niet, dan worden nieuwe bomen geplant.
