Het gebouw van De Trekvogel staat langs de Oostvaardersdijk, Het is het oudste en eerste gebouw van Almere. Het wordt gesloopt. Waar is in hemelsnaam het historisch besef van onze stad? Dat besef is er dus helemaal niet. Een VVD-wethouder zei ooit tegen me: ‘We kijken in Almere niet terug, maar vooruit.’ Vanuit de politiek speelt historie in Almere dus geen rol.
Historische kennis is nodig voor identiteitsontwikkeling. Historische plekken zijn van belang: ken je verleden en krijg een blik op de toekomst. ‘Trots op ons erfgoed inspireren we je met verhalen over hun plaats en tijd in de historie’, schrijft het openluchtmuseum Arhem op haar website.
Maar wat doet Almere met haar historie. De sloopkogel er tegenaan. Het eerste gebouw van Almere Stad, Meerestein, is gesloopt. Het verrees in 1979. De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders huisvestte er de ambtenaren in, die de ontwikkeling van Almere Stad in goede banen moesten leiden. In 1998 was het verdwenen. De Beurs in Almere stad, het voorbeeld van brutalistische bouw in Almere… plat gegooid. Zo zijn er tal van voorbeelden.
Als een gebouw in Almere maar iets te maken heeft met historie, dan moet het plat.
Het oudste woonhuis van Nederland staat in Deventer. Het is van rond 1100. De oudste brug van Nederland staat in Maastricht. In die steden worden die bouwwerken gekoesterd. In Almere zouden ze geen schijn van kans hebben gemaakt.
De Trekvogel tegenover het gemaal Blocq van Kuffeler werd in 1964 in gebruik genomen als kantine voor de arbeiders, met werkkamers en overnachtingsmogelijkheden. Het was destijds een werkeiland en het eerste droge stuk van Zuidelijk Flevoland. Begin jaren ’90 doet het complex dienst als bezoekerscentrum van de Stichting Flevolandschap.
Dit gebouw moet de geschiedenis van Almere vertellen, moet excursiewaardig worden voor schoolklassen Maar dit stuk historie moet dus weg.
Zo zal Almere nooit een zichtbare geschiedenis krijgen. Want die geschiedenis interesseert ons blijkbaar helemaal niets.
