We hadden met de Pinksterdagen onze Amerikaanse vriend Alan te logeren. Een globetrotter die mij in 2018 in Amerika hielp met de research voor mijn roman Gouden Bergen.
Nu hij Nederland bezocht kon ik wat voor hem terugdoen.
Hij had geen trek in de standaard toeristische plekken als Amsterdam en Volendam. Hij wilde het échte Nederland zien.
Dus sleepten we hem drie dagen lang mee naar andere mooie plekken. Zelfs Almere vond hij mooi. Vooral de Kruisstraat.
Na drie slopende dagen door het land besloten we onze trip af te sluiten bij een restaurant aan de Havenkom.
Ik maakte een stevig voorbehoud. We hadden niet gereserveerd, het was lekker weer en ook nog eens Tweede Pinksterdag: de restaurants, en zeker de terrassen, zouden waarschijnlijk bomvol zitten.
Alan hield echter verschrikt zijn pas in toen we naar het haventje liepen. Het was er vrijwel uitgestorven. Het overgrote deel van de restaurants was dicht.
‘Nederlanders zijn toch ondernemers?’, zei Alan. ‘Waarom gooien ze hun deuren niet open? Er is toch geld te verdienen? Iedereen is vrij in jullie land.’
Hij besefte niet dat hij het echte Nederland had leren kennen, net als ik.
Op maandag zijn de meeste restaurants gewoon gesloten.
Ook al is het Pinksteren.