Burgemeester | Column Marcel Beijer Almere DEZE WEEK

Er moeten meer burgemeesters komen.
Naast de traditionele burgemeester zie je gelukkig steeds vaker pseudo-burgemeesters opduiken.
Het begon destijds met Jules Deelder als nachtburgemeester van Rotterdam.
Daarna verschenen overal van die schattige kinderburgemeesters.
Er zijn steden die inmiddels een waterburgemeester en een klimaatburgemeester hebben.
Waarom verzinnen we niet gewoon zoveel functies dat zo’n beetje iedereen burgemeester kan worden?
Een stressburgemeester zou bewoners kunnen helpen die overspannen raken van de ambtenarij.
Een zweefburgemeester kan daarbij assisteren door intuïtief op zoek te gaan naar rustgevende zen-plekken.
De veganburgemeester controleert of een frietkraam niet te dicht bij een school staat, en of iedereen wel voldoende worteltjes eet.
Een deugneusburgemeester kan hem daarbij ondersteunen — al is er waarschijnlijk geen mens te vinden die honderd procent deugt.
Politici vallen sowieso af. Die hebben meer baat bij een excuusburgemeester: iemand die niet alleen ‘sorry’ zegt bij politieke blunders, maar ook bij burenconflicten.
Persoonlijk verheug ik me op een poepburgemeester die de hondendrollenterreur bestrijdt. Die kunnen we met een dampende drol op zijn hoofd door het plantsoen laten paraderen.
Zelf stel ik me beschikbaar als meta-burgemeester. Die houdt toezicht op alle nepburgemeesters en is steevast aanwezig bij feestelijke benoemingen.
Samen met de wijnburgemeester, uiteraard.

Geschreven door