Het garanderen van de veiligheid van het personeel en leerlingen van basisschool de Olivijn voor speciaal onderwijs in Almere wordt nog een grote uitdaging. Dat zegt bovenschools directeur Jeroen Oomen. Op de school zitten onder meer kinderen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Ook hebben sommige leerlingen langdurige ziektes.
De overheid heeft dinsdag bekendgemaakt dat het speciaal onderwijs vanaf 11 mei weer volledig open kan gaan. Oomen vindt dit over het algemeen een goed idee, maar niet in het geval van de Olivijn. “Het speciale onderwijs heeft verschillende takken van sport. Je kan dus niet zeggen dat voor al die scholen dezelfde richtlijnen moeten gelden.”
De anderhalve meter afstand tussen begeleiders kan namelijk niet altijd gehandhaafd worden in de school. De leerlingen hebben namelijk intensieve begeleiding nodig. Daarvoor zijn soms meerdere begeleiders met één leerling bezig. De volwassenen komen hierdoor met elkaar in aanraking, waardoor besmettingsgevaar op de loer ligt.
Ook vrees voor gezondheid leerlingen
Ook maakt Oomen zich zorgen over de leerlingen die gezondheidsproblemen hebben. Ook bij hen moet ervoor gezorgd worden dat er geen besmettingsrisico ontstaat. Hij zegt dat de school gaat bekijken op welke manier weer lessen gegeven kunnen worden. In shifts werken wordt lastig. Dat komt omdat leerlingen meestal afhankelijk zijn van speciaal vervoer dat op vaste tijden vertrekt.
Met ouders, begeleiders en het bestuur wordt overlegd hoe de school na de meivakantie weer open kan. Zo goed als zeker gaat de school niet gelijk volledig open. “Als we het besmettingsrisico niet kunnen inperken, dan moeten er in eerste instantie keuzes gemaakt worden”, zegt Oomen.
Gehoor geven aan richtlijnen
Hij stelt voorop dat de Olivijn zo veel mogelijk gehoor gaat geven aan de richtlijnen die de overheid gesteld heeft voor het onderwijs. Volgens de directeur wordt het een hele klus, maar is het niet onmogelijk. Oomen is overigens blij met de extra testmogelijkheden voor personeel van scholen.