De plannen om een studentencampus in het centrum van Stad te bouwen zijn volgens verschillende partijen in de gemeenteraad nog niet goed genoeg uitgewerkt meldt Omroep Flevoland
In de plannen wil hogeschool Windesheim een nieuw schoolgebouw neerzetten op de plek waar nu de culturele broedplaats De Voetnoot staat. Het gebouw staat pal naast het stadhuis en is één van de oudste gebouwen van Almere Stad. Sloop van De Voetnoot is volgens verschillende partijen onnodig en kapitaalvernietiging.
Zo vindt AP/OPA dat er alternatieve locaties missen in de plannen en wil de partij dat daar verder onderzoek naar gedaan wordt. De PVV is ook gevoelig om De Voetnoot te behouden. Het dreigement van Windesheim Flevoland om zijn positie in de stad te heroverwegen als de bouw op deze specifieke locatie niet door zou gaan, vindt de PVV onacceptabel.
Ook de Partij voor de Dieren vindt dat er meer onderzoek gedaan moet worden. De partij wil dat er wordt gekeken naar alternatieve locaties, zoals bijvoorbeeld de Regisseurgarage. Twee weken terug zei de gemeente dat die plek is afgevallen, omdat het centrum de vierhonderd parkeerplaatsen niet kan missen die met sloop van de garage verloren zouden gaan.
Het CDA is voor de plannen maar vindt wel dat de culturele broedplaats De Voetnoot een nieuwe plek moet krijgen in het centrum van Almere. Windesheim zegt te hebben gekeken naar integratie van gezelschappen als de Bonte Hond en Suburbia in een nieuw gebouw. Dat is in de praktijk heel lastig, omdat zij andere eisen stellen aan een gebouw dan een onderwijsinstelling.
Verschillende kunstenaars waren naar het stadhuis gekomen om zich uit te spreken tegen de sloop van De Voetnoot. Het is volgens Ans van Berkum, auteur van het boek ‘Iconen van Almere’, eeuwig zonde als het gebouw wordt gesloopt. Ze vindt het een beeldbepalend en belangrijk gebouw in de geschiedenis van Almere. Grafisch ontwerper Frank Langedijk zit al jaren in het gebouw en vreest dat de culturele broedplaats versplintert en ophoudt te bestaan bij verplaatsing. “Dit is ons tweede thuis.”