Een 14-jarige jongen uit Almere is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 113 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Ook legt de rechtbank hem een leerstraf op van 40 uur. De jongen pleegde vorig jaar binnen drie weken zeker elf straatroven in Almere.
Reeks straatroven
In februari 2020 deden verschillende slachtoffers aangifte bij de politie. Een groep jongens had hen beroofd van onder andere hun telefoon en/of AirPods of deed daar een poging toe. Zo liepen twee slachtoffers op 10 februari samen op het Forum in Almere. Ze zagen dat vier jongens hen tegemoet liepen. Eén van hen trok opeens een AirPod uit het oor van één van de slachtoffers. Ze wilden dat ook de ander zijn AirPod, het hoesje en zijn telefoon aan hen gaf. Ze pakten hem bij zijn arm en dreigden met een mes te steken als hij de spullen niet gaf. De straatroof is vastgelegd door beveiligingscamera’s die in de buurt hangen. De verdachte werd op die beelden herkend door een politieagent. De veertienjarige jongen bekende later ook dat hij één van de straatrovers was. Uit de aangiftes blijkt dat de jongen op die bewuste dag in totaal vier keer toesloeg op verschillende plekken in Almere.
Geen criminele organisatie
Volgens de officier van justitie nam de verdachte, samen met de medeverdachten, deel aan een criminele organisatie, maar volgens de rechtbank kan dat niet wettig en overtuigend bewezen worden. Voor deelname aan een criminele organisatie moet allereerst daadwerkelijk sprake zijn van een ‘organisatie’: een samenwerkingsverband, met een zekere structuur, tussen verdachte en ten minste één andere persoon. De rechtbank oordeelt dat dit niet is komen vast te staan en spreekt de verdachte daarom hiervan vrij.
Straf
Uit psychiatrisch onderzoek blijkt dat bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Hij lijdt aan een gedragsstoornis die ook aanwezig was tijdens het plegen van de straatroven. Dit maakt volgens de rechtbank dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. Ook wordt geconcludeerd dat de verdachte een beïnvloedbare jongen is die geen positieve voorbeelden heeft gehad. Een psycholoog en psychiater adviseerden de rechtbank daarom om de verdachte een leerstraf op te leggen. Alles overwegende veroordeelt de rechtbank de verdachte tot een jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 113 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Dit is conform de eis van de officier van justitie. De deels voorwaardelijke jeugddetentie is een stok achter de deur om te voorkomen dat hij opnieuw de fout in gaat. Daarnaast legt de rechtbank hem een leerstraf op van 40 uur, moet hij zich melden bij de jeugdreclassering én moet hij een schadevergoeding betalen aan de slachtoffers.