De Partij voor de Dieren roept het college van B&W op tot actie tegen de verkoop van bont en levende krabben en kreeften op de markten in Almere.
In de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Den Haag nadert die verkoop zijn einde. Achter de productie van bont en het levend koken van krabben en kreeften gaat veel dierenleed schuil, en daarom wil de Partij voor de Dieren hier een einde aan zien.
Raadslid Marjolijn Veenstra ziet op de markten in Almere ook graag een verkoopverbod op bont en levende krabben en kreeften. “In een diervriendelijke samenleving, zoals Almere wil zijn, past het niet dat we dieren levend koken en dat we daarnaast door bont te verkopen blijven meewerken aan dierenmishandeling.” Daarom heeft de Partij voor de Dieren aan het college van B&W gevraagd of zij hier hetzelfde in staat.
Er is middels vele onderzoeken aangetoond dat gewervelde dieren als krabben en kreeften pijn voelen en stress ervaren. Onlangs heeft het Verenigd Koninkrijk ook een verbod ingesteld op het levend koken van deze dieren en heeft de Tweede Kamer eenzelfde voorstel hierover aangenomen.
Nederland heeft sinds kort een volledig bontfokverbod, sinds de nertsenfokkerijen vorig jaar hun deuren door coronabesmettingen vervroegd moesten sluiten. De verkoop van bont is nog wel toegestaan, waardoor er nog steeds bont geïmporteerd wordt uit landen waar dieren onder erbarmelijke omstandigheden gehouden en gedood worden voor hun vacht.
“Nepbont is moeilijk van echt bont te onderscheiden voor de meeste mensen, waardoor consumenten onbewust bijdragen aan het verschrikkelijke dierenleed achter de productie van bont. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn,” aldus Veenstra.
De vragen van de partij zijn hier te lezen en zullen binnen 4 weken beantwoord worden door het college.
