In opdracht van Bureau Gelijke Behandeling Flevoland (BGBF), het antidiscriminatiebureau voor de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, de Noordoostpolder, Urk en Zeewolde, heeft I&O Research een onderzoek uitgevoerd naar het discriminatieklimaat in de provincie.
Door middel van dit onderzoek krijgen we een completer beeld van de ervaren discriminatie in de provincie, de impact van discriminatie op inwoners en hun ideeën en behoeften. BGBF rapporteert jaarlijks over het aantal meldingen van discriminatie dat zij (en de politie) ontvangt uit de provincie. Echter worden lang niet alle ervaringen gemeld, wat ook weer wordt bevestigd met dit onderzoek. Door dit onderzoek met regelmaat te laten uitvoeren kunnen de ontwikkelingen met betrekking tot discriminatie in de provincie beter in kaart gebracht worden.
29% van de Flevolanders ervaart discriminatie
Uit het onderzoek is voortgekomen dat 29% van de inwoners in Flevoland discriminatie heeft ervaren in het afgelopen jaar. De meest voorkomende discriminatiegronden die worden genoemd door de inwoners zijn leeftijd (36%), huidskleur (18%) en geslacht (18%). De meeste discriminatie wordt ervaren op de arbeidsmarkt en op straat. Inwoners met een migratieachtergrond zijn in dit onderzoek ondervertegenwoordigd. De resultaten van dit onderzoek zouden anders kunnen zijn in het geval meer inwoners met een migratieachtergrond aan het onderzoek zouden hebben deelgenomen. Bij mensen met niet-westerse migratieachtergrond was de meest gerapporteerde discriminatiegrond huidskleur en afkomst en 65% van hen heeft discriminatie ervaren in het afgelopen jaar.
Bijna helft van omstanders grijpt niet in
Een kwart van de inwoners is hiernaast getuige geweest van discriminatie. Het ging in deze gevallen om discriminatie op grond van huidskleur (45%) of afkomst (36%), gevolgd door discriminatie op grond van seksuele gerichtheid (20%). Bijna de helft van de omstanders (47%) greep hierbij niet in; vooral omdat ze naar eigen zeggen niets konden doen, het niet ernstig genoeg vonden of bang waren hier zelf negatieve gevolgen van te ondervinden/dit niet durfden.
Meerderheid doet geen melding
De meerderheid heeft ook geen melding gemaakt na het zien gebeuren van discriminatie. Dit kwam vooral omdat ze er niet aan gedacht hebben. Van de inwoners die zelf discriminatie ervaart heeft 19% dit gemeld. De redenen die het vaakst genoemd worden om niet te melden, zijn dat ze het niet belangrijk genoeg vonden (33%) of dat ze denken dat melden niet helpt (31%).
Discriminatie heeft invloed op (zelf)vertrouwen en angstgevoelens
In het onderzoek is ook gevraagd aan de inwoners wat de impact is van discriminatie op het dagelijks leven. Hieruit kwam naar voren dat discriminatie kan leiden tot minder zelfvertrouwen, een toename in wantrouwen, angst en het gevoel er niet bij te horen. Een aantal inwoners heeft daarnaast aangegeven dat het voor hen concrete gevolgen heeft gehad, zoals een gemiste baan of een woonruimte.
‘Er kan nooit genoeg aandacht voor discriminatie zijn’
43% van de inwoners van Flevoland denkt dat discriminatie is toegenomen. In de toelichting is te lezen dat zij dit onder andere toeschrijven aan de crises, de verharding en de polarisatie van de samenleving. 21% van de inwoners van Flevoland vindt dat er te weinig aandacht is voor discriminatie. Zo kan er volgens één van de respondenten ‘nooit genoeg aandacht voor zijn’.
BGBF is bekend bij meer dan een kwart
28% van de Flevolanders weet dat Bureau Gelijke Behandeling Flevoland bestaat en dat ze hier terecht kunnen met een melding van discriminatie. Hoe dit meldproces er precies uitziet en wat BGBF kan betekenen voor een melder is minder bekend. Wat BGBF doet op het gebied van preventie is daarbij nog minder bekend. Voor de stichting is dit belangrijke informatie, om te kunnen meten of de interventies die ze inzet op naamsbekendheid en meldingstoegankelijkheid ook het gewenste effect hebben. Namelijk dat meer, maar het liefst natuurlijk alle, inwoners van Flevoland weten dat en waar ze hulp kunnen krijgen bij hun ervaring met discriminatie.