De gemeente heeft zich te gemakkelijk voor het karretje laten spannen van Flevolandschap, ten koste van Bezoekerscentrum de Trekvogel. Dat oordeel velt Ben te Raa van erfgoedvereniging Heemschut.
Het gebouw, de het begin van Zuidelijk Flevoland markeerde, werd vorige maand gesloopt. Heemschut verwijt eigenaar Flevolandschap dat het de Trekvogel heeft laten verpauperen. De aangekondigde nieuwbouw werd gepresenteerd als enige en ideale oplossing. Dat staat in een analyse van de gebeurtenissen op de site van erfgoedblad Monumentaal.
Halverwege de jaren ’60 was het gebouw in gebruik als kantine van de arbeiders die ringdijk van de polder aanlegden. Het stond vlakbij gemaal De Blocq van Kuffeler aan de Oostvaardersdijk.
Twee jaar geleden al spande Heemschut zich in voor behoud van het erfgoed. Pogingen om het tot monument te laten verklaren strandden bij het Rijk en de gemeente. Te Raa schrijft: “De staat waarin De Trekvogel verkeerde is niet door externe partijen onderzocht. Flevo-landschap heeft dat evenmin gedaan nadat later van onze kant hierop in een gesprek is aangedrongen”.
Hij noemt het pijnlijk dat de gemeenteraad er lange tijd niet over sprak. Pas toen het al te laat was werd wethouder Ahles aangezet sloop te stoppen.
“Flevo-landschap draait op semi-belastinggeld”, zegt Te Raa tegen Monumentaal. “Het heeft als taak kwetsbare natuur te beschermen. Maar ten aanzien van De Trekvogel heeft de organisatie zich als nietsontziende en keiharde projectontwikkelaar opgesteld.”