30 april | Column Marcel Beijer Almere DEZE WEEK

Ik heb lang gedacht dat mijn vader een heel bijzondere man was.
Hij deed overigens geen enkele moeite om dat beeld naar beneden bij te stellen.
Zijn verjaardag op 30 april was altijd bijzonder.
Niet in de laatste plaats omdat overal de rood-wit-blauwe vlag wapperde.
‘Dat doen alle mensen omdat ik jarig ben,’ zei hij dan.
In mijn herinnering was het op 30 april altijd mooi weer.
Iedereen had een vrije dag vanwege mijn vaders verjaardag.
Vanuit de hele regio kwamen ooms en tantes op visite bij ons in Hilversum.
Er werd een emmer bowl gemaakt, en mijn moeder werd erg vrolijk van haar jaarlijkse glaasje advocaat met slagroom.
Bij de Expohal was een kermis — speciaal voor mijn vader, natuurlijk.
Rond het met rood-wit-blauwe slingers versierde plantsoen aan de Simon Stevinweg werd aan ringsteken gedaan.
Pas later besefte ik dat al die feestelijkheden samenvielen omdat ook koningin Juliana jarig was, en heel Nederland op 30 april Koninginnedag vierde.
Al die ooms en tantes leven alleen nog in herinnering.
Ze zijn allemaal overleden, net als mijn moeder en vader.
Maar 30 april is voor mij geen herinnering aan Koninginnedag.
Het blijft voor altijd de verjaardag van mijn vader.
Inderdaad, een heel bijzondere man.

Geschreven door