De kans op uitbraken van infectieziekten in Flevoland wordt groter. Dit komt doordat de vaccinatiegraad voor ziekten waartegen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) beschermt, al jaren ver onder de norm ligt. Dit is de minimumnorm van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het cijfer voor Flevoland loopt daarbij achter. Dit meldt de GGD Flevoland.
De wethouders van Flevoland hebben in een gezamenlijke brief aan de staatsecretaris een oproep gedaan om te investeren in de vaccinatiegraad in Flevoland. Samen met de GGD willen gemeenten aan de slag om de vaccinatiegraad in de Flevolandse gemeenten te verhogen. Daar hebben zij de financiële steun van het Rijk wel bij nodig.
Directeur Publieke Gezondheid bij GGD Flevoland, Simone Kukenheim:
“De vaccinatiegraad van Flevoland behoort voor de meeste vaccinaties tot de laagste van Nederland. Dit is zeer zorgelijk, want daarmee wordt de kans op uitbraak van een aantal kinderziektes steeds groter. Deze ziektes kunnen ernstig verlopen, waarbij kwetsbare mensen en kleine kinderen het meeste risico lopen op een ernstig beloop of blijvende schade. Het is belangrijk dat wij inwoners van Flevoland zo laagdrempelig mogelijk de vaccins aanbieden en in de gelegenheid stellen om vragen of zorgen die zij hebben te bespreken.”
De GGD is in samenwerking met de jeugdgezondheidsorganisaties actief aan de slag om de vaccinatiegraad te verhogen. Het actieplan bevat onder meer de volgende acties:
• meer en beter benutten van persoonlijke contactmomenten tijdens het vaccinatieconsult waarbij het gesprek wordt aangegaan
over het belang van vaccineren
• het ouders/verzorgers zo makkelijk mogelijk maken door het laagdrempelig aanbieden van (inhaal)vaccinaties d.m.v. flexibele
dienstverlening
• extra prioriteit en aandacht geven aan de vaccinaties: HPV, Bof, Mazelen en Rode Hond (BMR) en Maternale kinkhoest
• bereiken van verschillende doelgroepen met een niet-westerse achtergrond met specifieke communicatie op maat
• aandacht voor prikangst bij kinderen én ouders
Om ook de aanvullend benodigde acties uit te kunnen voeren is extra geld nodig. De Flevolandse gemeenten hebben aangegeven hier geen ruimte voor te hebben en daarom wordt naar het Rijk gekeken. Enerzijds voor de wijkgerichte aanpak, anderzijds voor uitvoering van het actieplan als geheel.
