De laatste tijd treden de voorzitters van de politieke markt op als vertegenwoordiger van dit taal kartel. Zij ontvingen instructie om raadsleden te wijzen op het vermijden van (verbieden) van taalgebruik die de bevolking snapt en te vluchten in parlementair taalgebruik. Daar kan de burger immers geen chocola van maken.
En met uitzicht op de gemeenteraadsverkiezingen is dat aantrekkelijk voor de coalitie partijen want die worden constant aangepakt door de oppositie. En stel je voor dat de burger gaat snappen wat er wordt gezegd. Dat zou wat zijn. Dan stemt niemand meer op coalitie partijen.
Een voorbeeld; het woord liegen is sinds kort ongepast. Dat moet zijn, niet de waarheid spreken. Wat nu zo jammer is, is dat de burger meer bedreven is in taalgebruik als het gemiddelde raadslid.
Niet de waarheid spreken heeft een hele andere betekenis als liegen. Bij niet de waarheid spreken zeg je iets wat zonder dat je het kon weten later blijkt dat het anders is. Bij liegen weet je de waarheid en die verberg je door een leugen te vertellen.
Maar herkent u dit gegeven? In Den Haag maakt men constant gebruik van dit soort parlementair taal gebruik en zo ontstond o.a. de kindertoeslag affaire zonder dat iemand het door had.
Nog een voorbeeld. Er is een wethouder die lang van stof is en dat constant doet in verhullend taalgebruik. Parlementair taalgebruik.
Er zijn over de 300 exposanten op de Floriade maar hij zou moeten zeggen dat er 300 exposanten zijn waarvan de helft één of twee bomen levert.
Burgers zijn van mij geen parlementair taalgebruik gewend en ik beloof plechtig dat ik dat nimmer zal doen. Bij mij is liegen gewoon liegen. Bij u toch ook? (hoop ik) Het taalkartel kan dus de pot op!
Ik roep ons presidium op om parlementair taalgebruik te verbieden. Ik vind dat in de raadzaal de taal van de burgers gesproken moet worden. Dus voorzitters van de politieke markt. Beschouw dit artikel als een nieuwe instructie en vergeet het taalkartel.