De omgevingsvergunning voor een kabelbaan op het Floriadeterrein in Almere blijft in stand. Dit betekent dat de Floriade de attractie per direct in gebruik mag nemen. Twee inwoners van Almere zijn het niet eens met de komst van de kabelbaan.
Zo zouden onder andere de bestuurlijke procedures rondom de vergunning niet goed gevolgd zijn. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de gemeente Almere de vergunning die er nu ligt mocht afgeven.
Kabelbaan
De kabelbaan op het terrein van de Floriade in Almere bestaat uit 7 masten waaraan de kabels hangen. In totaal gaat het om 34 cabines met ieder 10 zitplaatsen. Aan ieder uiteinde is een station gebouwd. De kabelbaan kruist de snelweg A6. Het is de bedoeling om de attractie te gebruiken tijdens de Floriade in 2022, maar ook dit jaar al tijdens de Floriade Preview.
Gebouwd zonder vergunning
De twee Almeerders die tegen de kabelbaan zijn, wijzen op het feit dat de baan is gebouwd vóórdat de vergunning werd verleend. Volgens de voorzieningenrechter is in deze zaak inderdaad van de juiste volgorde afgeweken: er is gebouwd zonder vergunning en dat is niet de bedoeling. Maar tegelijkertijd hoeft dat niet te leiden tot het afbreken van de kabelbaan. Achteraf verleende de gemeente namelijk alsnog een vergunning. In deze zaak wordt beoordeeld of die vergunning in stand kan blijven. Daarvoor is de voorgeschiedenis niet meer relevant. De voorzieningenrechter oordeelt dat de juiste procedure is gevolgd en de kabelbaan binnen een goede ruimtelijke ordening past.
Beroep ongegrond
In hun beroep benadrukken de Almeerders dat de noodzaak voor de kabelbaan ontbreekt. Volgens hen is er geen maatschappelijk belang en zou uit enquêtes blijken dat inwoners van Almere niet op de Floriade zitten te wachten. De voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. Het is aannemelijk dat die behoefte er bij de bezoekers van de Floriade wél zal zijn. Het college mocht de belangen van de Floriade voor laten gaan op de belangen van de twee verzoekers. Hun zorgen over de verkeersveiligheid op de A6 worden door de voorzieningenrechter buiten beschouwing gelaten. Omdat ze op enige afstand van de snelweg wonen is er geen verband tussen hun woon- en leefklimaat en de verkeersveiligheid op de A6.
Bovendien heeft de Floriade voor het kruisen van de A6 een vergunning gekregen van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Tot slot vinden verzoekers dat niet goed is gekeken naar een beverburcht die in de buurt ligt én zouden de gevolgen van stikstofuitstoot voor de (beschermde) natuurgebieden onvoldoende onderzocht zijn. Ook dit laat de voorzieningenrechter buiten beschouwing. Het tweetal woont op geruime afstand van de beverburcht én van het dichtstbijzijnde beschermde natuurgebied. Door die afstand is ook hierbij het verband met hun woon- en leefklimaat niet aangetoond en kunnen ze in deze zaak geen beroep doen op de Wet natuurbescherming (Wnb).