Bouwen in het groen? Niet doen! Maar waar dan wel? Ingezonden door Jesse Luijendijk, lijsttrekker Partij vd Dieren

“Waar dan wel?“ vragen veel mensen ons. Een begrijpelijke vraag, gezien de grote woningnood die er is, zeker ook in Almere. Ik kan uit eigen ervaring spreken: ik sta al 16 jaar op de wachtlijst en in al die jaren heb ik 0 passende woningen op Woningnet gevonden. Gelukkig heb ik momenteel een huis, maar als je starter bent, gescheiden, of anderszins nog niet over een woning beschikt of eruit bent gegroeid, dan heb je een groot probleem.

Maar de woningnood is niet de enige uitdaging die we op dit moment hebben. We hebben nog veel grotere uitdagingen zoals de klimaatcrisis en de stikstofcrisis, of beter gezegd de biodiversiteitscrisis. Daarmee dreigt het uitsterven van vele plant- en diersoorten, en uiteindelijk ook wijzelf als mens.

Nu op grote schaal woningen bouwen op verkeerde plekken, zoals in het kostbare groen en bovendien niet duurzaam en klimaatbestendig, zorgt ervoor dat we van de regen in de drup belanden. We moeten dus meer woningen bouwen en gelijktijdig op een positieve wijze bijdragen aan het oplossen van die andere grote uitdagingen waar we voor staan.

Hoe dan? Door woningen te bouwen op plekken waar dit niet ten koste gaat van bos of ander belangrijk groen. Bij het bepalen van het soort woningen, focussen we ons op categorieën waar de nood het hoogst is: betaalbare woningen! Bij nieuwbouw en transformatie wordt minimaal 40% socialehuur toegevoegd. Daarnaast minimaal 20% middenhuur tot 1000 euro. Ook streven we ernaar om sociale/betaalbare koopwoningen te blijven bouwen, welke langdurig beschikbaar blijven voor de doelgroep. Speculatie met woningen wordt streng aangepakt.

Nieuwe woningen, renovaties en transformaties moeten daarnaast uiteraard energiepositief (meer energie opleveren dan de bewoners gebruiken), natuurinclusief (zoals met nestgelegenheid voor dieren) en klimaatadaptief (groene daken en gevels, opvang regenwater op eigen grond) worden uitgevoerd. Plantbased/biobased bouwen, wat inhoudt het gebruik van duurzame en hernieuwbare grondstoffen, zoals houtbouw, wordt de norm.

Vervolgens gaan we kijken waar we wel gaan bouwen. Dit doet de Partij voor de Dieren met behulp van een woonladder:

De eerste trede van de woonladder houdt in dat we bestaande bebouwing slimmer benutten, bijvoorbeeld door het transformeren van kantoorpanden, het aanpakken van leegstand en het stimuleren van doorstroming. Hier is ook in Almere nog steeds winst te behalen, maar dan moeten we er wel echt op durven in te zetten. We moeten niet zoals bij de Beurs gebeurd is, dansen naar de pijpen van ontwikkelaars voor wie sloop en nieuwbouw vaak interessanter is dan renovatie en transformatie.

Op de tweede trede wordt bestaande bebouwing verdicht, maar alleen waar dat kan zonder de leefbaarheid aan te tasten voor mens en dier. Denk hierbij aan de stadscentra. Hier is nog veel ruimte om duizenden woningen toe te voegen, zonder dat dit ten koste gaat van groen. Denk aan alle parkeerterreinen, parkeergarages zonder dubbelfunctie erboven en natuurlijk het enorm grote Odeonveld tussen het politiebureau en Filmwijk. Maar ook in Haven en Buiten kunnen woningen worden toegevoegd; plannen die de Partij voor de Dieren altijd gesteund heeft. Verdichten in de hoogte doen we alleen bij OV-hotspots, zodat de parkeernorm omlaag kan en er voldoende ruimte blijft voor toevoeging van het ook zo noodzakelijke groen.
Ook buiten de stadscentra is er behoefte aan specifieke woontypes die nu vaak nog ontbreken in bestaande wijken, zoals woningen voor ouderen. Hierbij kijkt de gemeente altijd als eerste gretig naar de bestaande plantsoenen, bosschages en minibossen zoals aan de Barracudastraat. Dat lijkt lekker makkelijk en voordelig, maar goedkoop is hier duurkoop: die ruimte komt nooit meer terug. Het tast de leefbaarheid en het woongenot van de bestaande omwonenden aan en daarnaast wordt die ruimte al bewoond door vele dieren. Verder dragen ze bij aan schone lucht en het tegengaan van hittestress en wateroverlast en brengt het de klimaatcrisis weer een stukje dichterbij. We kunnen het ons dus simpelweg niet veroorloven om deze plekken vol te bouwen. Daarom moet er creatiever gedacht worden. Denk aan overkluizen van parkeerterreinen en het optoppen van bestaande appartementen en andere gebouwen zoals supermarkten. 

Als deze stappen zijn gezet wordt er op de derde trede pas gekeken naar bijbouwen aan de rand van bestaande woonkernen. Tweederde van Nederland bestaat uit landbouwgrond. Een substantieel deel daarvan  kunnen we omzetten in noodzakelijke extra natuur en woningen. 
In Almere gaat het dan om Pampus (niet te verwarren met het bos Pampushout) en Oosterwold. Daarnaast is er nog ruimte bij Nobelhorst (Twentsekant) en ook in Poort (Europakwartier). En uiteraard is er nog heel veel ruimte in de villawijken Overgooi en Vogelhorst. Op deze manier kunnen er nog makkelijk 60.000 woningen worden toegevoegd, zonder dat er één boom voor om hoeft.

Pas na al het bovenstaande komen we bij de vierde trede. Deze bestaat uit grenzen aan de groei: verdere woningbouw is niet meer mogelijk of wenselijk. Oplossingen moeten buiten Almere worden gezocht. Al zijn er nog wel langetermijn-oplossingen mogelijk, bijvoorbeeld het omvormen van industriegebieden, zoals de Vaart en de Buitenvaart tot woningen en natuur. Industrie kan beter op plekken die ongeschikt zijn voor woningbouw, zoals langs bestaande snelwegen. 

Meer woningen of behoud van groen is dus een valse tegenstelling. Het kan en moet èn èn zijn. 

Samen zorgen we ervoor dat Almere een fijne leef- en woonomgeving wordt en blijft voor mens en dier, nu en in de toekomst.

Verbeter de wereld, begin in Almere!

Jesse Luijendijk, 
Lijsttrekker Partij voor de Dieren Almere

Written by