Hugo de Jonge is minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Hij heeft een opdracht: zorgen dat de wooncrisis verdwijnt. Daar zijn betaalbare en sociale huurwoningen voor nodig.
Met zijn Nationale Woon- en Bouwagenda repareert de minister het gat dat de woonvisie ‘Thuis in Almere’ van VVD-wethouder Julius Lindenbergh heeft laten ontstaan voor woningzoekenden met een smalle beurs.
Al in 2009 lieten burgemeester en wethouders van Almere weten dat de betaalbaarheid van de woningbouw een daadwerkelijke zorg was. Dat was toen een probleem en nu nog steeds. Die zorg sprak het college in 2009 uit in het raadsvoorstel voor een woonvisie. Die woonvisie kreeg de naam ‘Wonen in Almere 2.0’.
Het voorstel van burgemeester en wethouders bevatte in 2009 een waarborg voor voldoende betaalbare woningen. Minstens 35 procent van de woningen in een wijk moest sociaal zijn. Dat konden huur- en ook koopwoningen zijn. Die waarborg vond de PvdA wat mager. Daarom heeft de gemeenteraad zich in 2009 gebogen over een amendement voor voldoende huurwoningen.
De meerderheid van de raad vond het een goed idee om ook vast te leggen dat de woningvoorraad van Almere niet alleen uit koopwoningen zou bestaan. Door het amendement is in 2009 ook een ondergrens vastgelegd voor het aantal huurwoningen per wijk. Elke wijk zou minstens 35 procent huurwoningen horen te hebben.
In 2020 waaide een duidelijk andere wind in het Almeerse Stadhuis. VVD-wethouder Julius Linderbergh presenteerde een onmiskenbaar liberale woonvisie met de vriendelijke titel ‘Thuis in Almere’. Dat voorstel bevatte veel ruimte voor het bouwen van dure huizen door marktpartijen. Van die woonvisie hoeft de Almeerder met een inkomen tot € 40.000 weinig te verwachten. In dat stuk heeft het college willens en wetens geen ondergrens voor de huurwoningen en al helemaal niet voor de sociale huurwoningen opgenomen.
Met de komst van ‘Thuis in Almere’ is de eerdere woonvisie buiten werking gesteld. En zo is de waarborg van voldoende (sociale) huurwoningen in elke wijk om zeep geholpen. Sinds 2020 biedt het woonbeleid Almeerders met een smalle beurs niet meer een waarborg op een betaalbaar dak boven het hoofd. Daarmee heeft de gemeenteraad in 2020 een gat geschoten in het Grondrecht Wonen voor Almeerders met een inkomen tot € 40.000 per jaar.
Met de woonvisie ‘Thuis in Almere’ blijkt het gemeentebestuur buiten de waard te hebben gerekend. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft recent een Nationale Woon- en Bouwagenda aan de Tweede Kamer aangeboden. Met die agenda dicht Hugo de Jonge het gat dat Almere heeft laten ontstaan in het Grondrecht Wonen voor mensen met een minder goed gevulde beurs. De minister voert namelijk wel een ondergrens in voor de sociale huurwoningen in een gemeente.
De woningvoorraad in elke stad in Nederland zal voor minstens 30 procent dienen te bestaan uit sociale huurwoningen, zo laat Hugo de Jonge weten. En zo wordt Almere binnen twee jaar na de vaststelling van de woonvisie op de vingers getikt. Door de Nationale Woon- en Bouwagenda ontstaat voor Almeerders met een niet zo goed gevulde beurs weer wel perspectief op een betaalbaar dak boven het hoofd. Tijd dus om de achterhaalde woonvisie aan te passen. Dan kan Almere weer werk maken van de bevordering van voldoende woongelegenheid voor iedereen. En niet alleen voor grootverdieners.