Flevolandse huishoudens zijn het best voorbereid op het besluit van het kabinet om de (hybride) warmtepomp vanaf 2026 verplicht te stellen. Eén op de zeven huishoudens in Flevoland heeft er namelijk al een. Landelijk gezien verwarmt daarentegen slechts een op de dertien Nederlanders met behulp van een warmtepomp.
Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan, in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht. Aan het onderzoek deed een representatief panel van 2000 Nederlanders mee.
De cv-ketel vormt in heel Nederland nog ruimschoots de boventoon. Buiten Flevoland ligt het aandeel van de cv-ketels als voornaamste verwarmingsbron grofweg tussen de 70 en 80 procent. In ‘s lands jongste provincie maakt echter nog maar een kleine 55 procent gebruik van een cv-ketel. Met 14,5 procent is de warmtepomp een belangrijk alternatief. Daarnaast is een op de vijf huizen aangesloten op stadsverwarming, waarbij (grotendeels) gebruikgemaakt wordt van restwarmte uit industrieën.
Warmtepomp populairst onder twintigers
Kijkend naar de diverse leeftijdscategorieën valt uit het onderzoek van Zonneplan op te maken dat vooral de jongere groep Nederlanders zich bezighoudt met duurzamer verwarmen. Van de ondervraagden tussen de 18 en 29 jaar geeft namelijk 14 procent aan een warmtepomp te hebben, terwijl de cv-ketel een aandeel heeft van ‘slechts’ 65 procent. In alle andere leeftijdscategorieën ligt dit laatste getal boven de 80 procent. Opvallend is dat de ‘ouderwetse’ en zeer vervuilende houtkachel daarentegen alleen onder twintigers en dertigers (respectievelijk 6,1 en 4,7 procent) nog enige populariteit geniet.
Terugverdientijd warmtepomp
Bij de keuze voor een warmtepomp speelt de terugverdientijd vaak een rol. Uit het onderzoek van Zonneplan blijkt dat 26 procent van de ondervraagden die een warmtepomp overwegen willen dat de terugverdientijd hooguit vijf jaar bedraagt. Nog eens 25 procent neemt ook genoegen met een terugverdientijd van zes tot tien jaar. De grootste groep, ruim 40 procent, geeft echter aan nog niet te weten bij welke terugverdientijd zij een warmtepomp interessant acht.