Niki Wories | Column Marcel Beijer Almere DEZE WEEK

Die uitdrukking op haar gezicht.
Het spookte de hele avond door mijn hoofd.
Ik volgde met belangstelling de comeback van kunstschaatsster Niki Wories.
Ik ken Niki al vanaf haar achtste.
Ik interviewde haar toen ze als talentje bijna dagelijks van Almere naar Dordrecht reisde om te trainen.
Ik sprak met haar toen ze zwaar geblesseerd was en zichzelf bijeen raapte om haar heilige droom te verwezenlijken: de Olympische Spelen.
Ze vertrok naar Canada om met de beste trainers te kunnen werken en kreeg weer fysieke tegenslag. Vijf hersenschuddingen in een jaar.
In 2022 stopte ze. Begrijpelijk.
Maar ik begreep het ook toen ze vorig jaar haar comeback maakte en zich kwalificeerde voor het EK met een kür op muziek die gespeeld werd bij de crematie van haar moeder, haar grootste fan.
‘Is dat emotioneel wel te dragen?’, vroeg ik me bezorgd af.
Maar zo denkt een topsporter niet. Die zoekt grenzen op.
Haar EK-kür mislukte volledig.
Uithijgend op het ijs spatte de ontzetting van haar gezicht af.
De angst had haar overvallen, zei ze. ‘Soms wordt je geest je ergste vijand’
Nee, die EK-kür is niet mislukt.
Het is de afsluiting van een rouwperiode.
Ze zal weer opkrabbelen.
Is het niet als sporter, dan toch zeker als mens.

Geschreven door