Het Openbaar Ministerie (OM) eist tien jaar cel tegen twee mannen uit Almere voor het doodsteken van een 26-jarige man.
De mannen van 26 en 29 jaar worden verdacht van doodslag, zij zouden het slachtoffer in totaal zeven keer hebben gestoken. Tegen een destijds minderjarige verdachte, die volgens het OM ook betrokken was bij het openlijk geweld, eist het OM een werkstraf van 100 uur, waarvan 72 uur voorwaardelijk.
Het steekincident vond plaats op 15 augustus 2020 op de parkeerplaats van een club in Almere. Daar werd het slachtoffer, volgens het OM, in zijn auto aangevallen en door meerdere messteken dodelijk verwond. Het slachtoffer overleed niet veel later in de ambulance onderweg naar het ziekenhuis.
Aanleiding voor het conflict
Uit het dossier blijkt dat de drie verdachten, allemaal broers van elkaar, al eerder dat jaar ruzie hadden met het slachtoffer. Volgens verklaringen werd er ook toen geweld gebruikt. Dit is, volgens de officier van justitie, de aanleiding geweest voor het conflict op 15 augustus 2020. “In de visie van het OM is dit de trigger voor het slachtoffer om uit het niets één van de verdachten te slaan, als hij hem die bewuste nacht buiten bij de club ziet staan.”
Direct na die eerste klap, uitgedeeld door het latere slachtoffer, ontstaat er een gevecht. Het slachtoffer krijgt daarbij meerdere klappen en schoppen te verduren. “Dat geweld was door tussenkomst van anderen gestopt en het gevecht was over en klaar”, legt de officier van justitie uit. “Maar de destijds 17-jarige verdachte kon het toch niet verkroppen en belde zijn oudere broers, die vol gas hun broertje kwamen wreken.”
Wraak
Uit analyse van onder meer verklaringen, videobeelden, bloedsporen en de verwondingen blijkt wat er vervolgens gebeurt als de twee broers kort na het telefoontje arriveren op de parkeerplaats. In de visie van het OM hebben de mannen wraak genomen op het slachtoffer door te voorkomen dat hij met de auto weg kon rijden. Daarna hebben beide broers het slachtoffer door het open autoraam toegetakeld met meerdere messteken. “Dit was een doelgerichte wraakactie en het slachtoffer zou boeten voor wat hij hun broertje had aangedaan.”
Beide broers, van 26 en 29 jaar, worden daarom verdacht van het medeplegen van doodslag. Een ernstig feit wat het OM hen zeer kwalijk neemt. “Een jongeman in de bloei van zijn leven is op een verschrikkelijke manier uit dat leven weggerukt”, vertelt de officier van justitie. “Dat het slachtoffer op deze wijze om het leven is gekomen, heeft aan de nabestaanden onherstelbaar leed toegebracht. Ze zullen hem voor altijd moeten missen.”
Tien jaar cel
Bij het bepalen van de strafeis heeft het OM gekeken naar de ernst van de feiten, het strafblad van de verdachten en naar de overige persoonlijke omstandigheden. Strafverzwarend is de proceshouding van de verdachten. “Nergens nemen zij verantwoordelijkheid voor hun daden en hun zwijgen heeft een hoop vragen onbeantwoord gelaten”, legt de officier van justitie uit. “Dit tot frustratie van politie, OM, rechtbank en nabestaanden.”
Alles meewegende eist het OM tegen beide meerderjarige verdachten tien jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Tegen de destijds minderjarige verdachte eist het OM een werkstraf van 100 uur, waarvan 72 uur voorwaardelijk. Volgens het OM kan worden bewezen dat hij niet alleen zijn broers heeft gebeld en hen in de richting van het slachtoffer heeft gewezen, maar dat hij ook zelf betrokken was bij de daaropvolgende geweldsuitbarsting. “Hij heeft een significante bijdrage geleverd aan het openlijke geweld tegen het slachtoffer en de auto waarin hij reed.”
De rechtbank doet op 23 januari 2023 uitspraak.