Minister Hugo de Jonge wil de huurtoeslag vereenvoudigen. Door die versimpeling wordt de doelgroep kleiner, verdwijnt het vangnet van de woonkostentoeslag en wordt het huren van een nieuwbouw of gerenoveerde woning onbetaalbaar voor mensen met een smalle beurs. Vandaag deel 1 van een drieluik met gevolgen.
Maximum inkomen
Tot 2020 kende de doelgroep van de huursubsidie een kleiharde maximum inkomensgrens. Wie een euro meer verdiend had moest alle huurtoeslag van dat jaar helemaal terugbetalen. En dat werd pas in de loop van het jaar duidelijk. Want het inkomen van het actuele jaar is bepalend voor de huurtoeslag van dat jaar.
Zeker inkomen
Dat was een anders toen de huurtoeslag nog huursubsidie was. Voor het recht op huursubsidie was niet het inkomen van het actuele jaar van belang. Toen de huurtoeslag nog huursubsidie heette was het inkomen van het voorliggende jaar een van de factoren in de berekening. Dat was handig. Bij het aanvrage van huursubsidie was dat inkomen al bekend. Dit is nu dus anders.
Wel een maximum inkomen
Sinds 2020 kent de Wet op de huurtoeslag formeel geen maximum inkomen meer. Het recht op huurtoeslag loopt langzaam af naar mate het inkomen hoger blijkt. En zo bestaat er voor elke huurprijs toch nog steeds een maximum inkomen. In de tabel staan de maximale inkomens voor de duurste huurwoning voor verschillende huishoudens.
Maximaal inkomen na versimpeling
Na de versimpeling van de huurtoeslag bestaan er nog maar drie ‘norm-huren’. Voor die verschillende normhuren valt uit te rekenen bij welk inkomen het recht op huurtoeslag nihil zal zijn. Dat zijn de nieuwe maximale inkomens na de versimpeling.
In de tabel staan voor verschillende huishoudens de maximale inkomens voor de duurste subsidiabele ‘passende’ huur in 2022 naast het maximum inkomen na de versimpeling voor de drie ‘normhuren.
Tabel | |||
Huishouden | Maximum inkomen bij de maximaal passende huur in 2022 | Maximum inkomen bij de normhuur na versimpeling | verschil |
Alleenstaand jonger dan 21 jaar | € 24.800 | € 24.794 | -/- 6 |
Alleenstaand geen AOW | € 33.400 | € 29.257 | -/- 4.143 |
Alleenstaand met AOW | € 32.900 | € 29.392 | -/- 3.508 |
Gezin jonger dan 21 jaar | € 32.300 | € 32.308 | + 8 |
Gezin zonder AOW | € 39.400 | € 38.192 | -/- 1.208 |
Gezin met AOW | € 43.000 | € 38.529 | -/- 4.471 |
Kleinere doelgroep
Uit de tabel blijkt dat de doelgroep van de huurtoeslag kleiner wordt door de versimpeling. Dat is met name het geval bij gezinnen met AOW en alleenstaanden zonder AOW. Ook de doelgroep van de alleenstaande AOW’ers wordt kleiner, net als die van de gezinnen zonder AOW. Alleen bij de gezinnen jonger dan 21 jaar is na de versimpeling sprake van een nauwelijks marginale uitbreiding.
Onderzoeker – opsteller – John van der Pauw