Nederland – De aanbevelingen en richtlijnen die de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen vandaag doet, ziet de politie als steun in de al eerder genomen maatregelen rond gebruik stroomstootwapen. Portefeuillehouder Frank Paauw herkent zich in de aanbevelingen van de ombudsman. ‘Sterker nog, die zijn doorgevoerd. ‘
Politiemensen gebruiken het stroomstootwapen zodat zij kunnen afzien van zwaardere geweldsmiddelen. Dreigen met het wapen is meestal voldoende. Zij zijn steeds beter in staat om ook dit geweldsmiddel zo effectief en veilig mogelijk in te zetten.’ Aldus Frank Paauw. Na een uitgebreide pilotevaluatie zijn aanbevelingen gedaan waarop de politie na de zomer 2018 al maatregelen heeft genomen.
Zo is de opleiding uitgebreid van twee naar drie dagen, wordt er kritisch gereflecteerd op lastige inzetsituaties en is het juridisch kader aangescherpt . Ook is het wapen technisch gereguleerd, waardoor nog bewuster en meer gedoseerd stroom kan worden toegediend. Monitoring laat zien dat het stroomstootwapen meer terughoudend en zorgvuldiger wordt ingezet door de agenten die nog over het stroomstootwapen beschikken.
Verder is er uitgebreid onderzoek geweest door het WODC naar de gezondheidsrisico’s van de inzet van het stroomstootwapen, waaruit bleek dat er geen (extra) risico bestaat voor kwetsbare groepen
Begin dit jaar hebben de politie en GGZ afspraken gemaakt over de samenwerking bij het optreden van de politie in een GGZ-instelling en ieders verantwoordelijkheden daarin. Tevens kent iedere eenheid sinds begin vorig jaar een Commissie Geweldsaanwending, bestaande uit politieambtenaren en onafhankelijke (burger)leden, die elke toepassing van geweld toetsen op rechtmatigheid en eisen van vakbekwaamheid. De adviezen van de Commissie zijn gericht op versterking van kennis en/of vaardigheden, zowel individueel of collectief zodat de politie lering kan trekken uit de toegepaste geweldsaanwendingen.
Eind 2018 kreeg de ombudsman twee klachten over incidenten (respectievelijk zomer 2017 en 2018) waarbij de politie het stroomstootwapen had ingezet in GGZ-instellingen in de eenheid Rotterdam. ‘De inzet van het middel vond beide keren in de pilotfase en onder moeilijke omstandigheden plaats’, stelt politiechef Fred Westerbeke van de Eenheid Rotterdam. ‘De collega’s hebben gezien de context van beide incidenten onder hoogspanning naar eer en geweten gehandeld. Het uitgangspunt is steeds geweest de dreigende situatie te beëindigen en daarbij enig letsel te voorkomen. De Nationale ombudsman constateert in het rapport dat de politie in het nazorgtraject te kort is geschoten, zowel in de informatieverstrekking als in de medische nazorg. We hebben daarin helaas te weinig oog gehad voor de belangen van direct betrokkene(n) en familieleden. Deze constatering trek ik mij aan. Daarin zullen we in de toekomst zorgvuldiger zijn.’