De Almeerse wethouder Jan Hoek vraagt zich hardop af of mensen die stiekem hun afval in de stad dumpen trots op zichzelf zijn. Hij kan het zich eigenlijk niet voorstellen. “Je moet je schamen!” zegt de zwaar geïrriteerde wethouder.
Wethouder Hoek rijdt een dag mee met de vuilniswagen die illegaal gedumpt afval ophaalt. De eerste stop is bij een sportterrein in Almere Haven. “Ik rij mee om te kijken wat de mannen allemaal tegenkomen. Ik vind het werk bevredigend en frustrerend tegelijk. Bevredigend omdat het netjes is als wij alles opgeruimd hebben en frustrerend omdat het niet nodig zou moeten zijn.”
Bergen grofvuil in de stad
Tijdens de coronatijd wordt thuis flink opgeruimd. De meeste mensen brengen hun troep zelf naar een recyclingsperron of laten het ophalen door de gemeente. Er wordt echter ook een aanzienlijk deel illegaal gedumpt op straat. De wethouder heeft geen goed woord over voor mensen die dat doen. “Wat denken ze dan? Ik heb er last van dus ik pleur het gewoon op straat? Dat moet je gewoon niet doen!”
Druk bij recyclingsperrons
Het is drukker dan normaal bij de recyclingsperrons in de stad. Door de verplichte anderhalve meter afstand tussen mensen kunnen er minder auto’s tegelijk naar binnen om het afval te brengen. Een medewerker snapt eigenlijk niet waar al het afval vandaan komt. “Je zou toch zeggen dat iedereen inmiddels wel klaar is met opruimen, maar het grofvuil blijft gewoon komen. Niet te geloven.”
Wethouder Hoek heeft niet het idee dat het verruimen van de openingstijden van de recyclingsperrons zin heeft en gaat dat dus ook niet doen. Ook het neerzetten van grote containers in de wijk ziet hij niet zitten. “We kunnen de hele stad wel vol zetten met containers maar daar krijg je een ontzettend lelijke stad van”, besluit Hoek.