Hebt u wel eens zo’n filmpje gezien over iemand met Daltonisme die een EnChromabril krijgt? Watte? Een kleurenblinde die een peperdure zonnebril krijgt en opeens kleuren kan zien. Moet u echt eens naar kijken. Er gaat niet alleen een wereld voor hen open.
Je weet pas echt wat je mist als je het niet (meer) hebt. Vraag het aan mensen die een dierbare zijn kwijtgeraakt. Want we zeggen wel tegen een ander dat we dat uiteraard begrijpen, maar in werkelijkheid voelen we het niet.
Dat is niet gek en evenmin verwijtbaar. We bedoelen het goed, maar we ervaren het nou eenmaal niet echt. En dat is met veel dingen zo.
Zeker, we kijken naar iemand die in een rolstoel zit en dus niet kan wat wij, ‘gewone’ mensen kunnen. We helpen misschien begripvol met duwen. We snappen dat het ‘vervelend’ voor ze is als de gemeente ergens de stoep openbreekt.
We zien wel een blinde met een stok en soms een hond, maar we hebben geen idee wat het echt betekent als die geribbelde tegels zijn weggehaald. Als er opeens een auto op geparkeerd staat. Zulke obstakels ervaar je pas aan den lijve als je echt een beperking hebt.
Kennelijk helpt het alleen als betrokkenen er zélf om vragen; anderen komen er blijkbaar niet op. Niet uit onwil, maar uit gebrek aan beleving. Wie kent onze lokale skihelling in het Stadshart niet? Al heel lang vroegen mensen met een beperking om toegankelijke en veilige openbare toiletten. En graag ook schoon, dank u wel. Dit jaar werd eindelijk door de gemeenteraad beslist dat die er komen.
Beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen? Dat is wel heel erg simpel. Omdat mensen met een beperking sterk in de minderheid zijn, gaat hun roep om faciliteiten en toegang doorgaans verloren in het politieke strijdgewoel.
Onze Johan de Visser, zelf visueel beperkt geraakt, vraagt al jaren aandacht voor de achterstand die mensen met een beperking in de samenleving hebben, met name in de Almeerse. Nog steeds moet hij daarbij vaak de bierkaai te lijf.
En je snapt dat tegen doofheid dikwijls niets te doen valt, maar tegen oostindische doofheid wel. Al te vaak loopt Johan nog steeds tegen het rekensommetje op dat zoveel geld voor één rolstoelbus wel ‘op het budget gaat drukken’. Dat nóg een op- en afritje van een stoep niet ‘in het bestek zit’.
Alsof de afdeling Financiën echt kan inschatten wat de reikwijdte van zo’n besluit voor een mens betekent. Toch moet dat ‘ruimhartiger’. Niet als aalmoes, maar als morele verplichting. Of, nog liever: als een vanzelfsprekendheid.
Want je zult het licht in je ogen, de muziek in je oren, de kracht in je ledematen of de beheersing over je lijf maar kwijt zijn. Juist dan moet je alle mogelijke hulpmiddelen krijgen en daarmee de kans om ondanks dat gemis het beste uit het leven te halen, het meest te bereiken.
Sterker nog, we zouden ruim baan moeten geven aan alle ontwikkelingen die bijdragen tot verbetering van de omstandigheden van mensen met beperkingen. Daar geloven wij in, daar knokt Johan de Visser voor.
Daar had meer geld in gekund in plaats van in hét Almeerse prestigeproject. Ik hoop dat die kabelbaan tenminste rolstoelvriendelijk is.
En als u wilt weten wat échte inzet voor mensen met een beperking kan betekenen, moet u maar naar dit filmpje kijken.
Mensen die voor het eerst horen door voortschrijdende ontwikkeling. Die mogelijkheid was eeuwenlang een onmogelijkheid. Een ‘impossible dream’ die werd gerealiseerd. En ze was een stuk ingewikkelder en duurder dan een opritje voor een rolstoel of een bereikbaar en schoon invalidentoilet in de stad.