De scholen voor bijzonder onderwijs in Almere zijn huiverig om Oekraïense volwassenen in te schakelen voor lessen.
“Deze mensen staan in overlevingsstand en de toekomst die ze twee maanden geleden hadden, is in puin. Het is dan een discutabele vraag of je ze voor de klas wil zetten’’, zegt Nico de Haas van onderwijskoepel Prisma.
Zijn scholen worstelen met de opgave om gevluchte kinderen uit Oekraïne in de klas op te nemen. De vraag is volgens hem hoe lang de Oekraïense kinderen in Almere blijven en wat er van het onderwijs wordt verwacht. “Als het nu tijdelijk om bezigheidstherapie, zoals buitenspelen en knutselen gaat, dan richten we ons daar op. Maar blijven de kinderen twee maanden, twee jaar of vast? En hoe moeten we het onderwijs dan inrichten?’’
Prisma had aanvankelijk het plan in vier wijken scholen voor vluchtelingen in te richten. Nu is de regie bij het Taalcentrum gelegd. Dat geeft de meeste vluchtelingen één of twee dagen les.
Volgens De Haas is flexibiliteit op scholen de belangrijkste voorwaarde om het onderwijs goed te regelen. (archieffoto, geen vluchtelingen)