Nederland heeft weer een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: Hugo de Jonge. Hij wil een ondergrens vastleggen voor het aandeel sociale huur in elke gemeente. Dat betekent voor Almere iets. Betaalbare huur is in Almere dankzij het liberale beleid van de afgelopen jaren een ondergeschoven kindje geworden. Maar voor wie garandeert Hugo de Jonge een dak boven het hoofd?
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wil dat de woningvoorraad van elke gemeente voor minstens 30 procent uit sociale huur bestaat. Het woonbeleid van de afgelopen jaren heeft er voor gezorgd dat de Almeerse woningvoorraad voor slechts 25 procent uit sociale huurwoningen bestaat. Volgens de norm van Hugo de Jonge Almere kwam Almere vorig jaar ruim 3.400 sociale huurwoningen tekort. Met die huizen zouden actieve Almeerse woningzoekenden heel blij worden.
“Wonen is een grondrecht. Niet voor niets staat in de Grondwet dat bevordering van voldoende woongelegenheid voorwerp is van zorg van de overheid.”, aldus de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Er kleeft iets vreemds aan de motivatie van minister De Jonge. Hij wil die sociale huur voor ‘doelgroepen’. Bij de term ‘doelgroepen’ denkt een bestuurder alras aan gemarginaliseerde mensen die het niet zonder hulp redden.
De lezer van Trouw kreeg op 11 mei een kijkje in de doelgroepen-keuken van Hugo de Jonge. Hij noemt daar statushouders die te lang in een asielzoekerscentrum moeten blijven, mensen die na een verblijf in de psychiatrie weer op zichzelf gaan wonen, ex-delinquenten, dakloze mensen en mensen die om gezondheidsredenen dringend een ander huis nodig hebben als doelgroep van het grondrecht wonen.
Er is natuurlijk niets op tegen om deze doelgroepen aan een betaalbare huurwoning te helpen. Wonen is ook voor hen een grondrecht. Toch gaat het dan om een niche binnen de totale doelgroep voor sociale huurwoningen. Want daar wonen namelijk ook andere Almeerders.
In principe kan iedereen met een jaarinkomen tot € 49.525 een woning van een corporatie huren. En die woningzoekenden kunnen net geen € 225.000 lenen om een huis te kopen. In een ver verleden kon je daar een keurige koopwoning voor aanschaffen. Met dat bedrag kunnen deze woningzoekenden in Almere nu kiezen uit zeven objecten, waaronder een Tiny Church, een appartement met twee kamers of een garagebox aan de Goedewerf. Ook voor deze ‘gewone’ Almeerders – al dan niet met de naam Henk en Ingrid – is de opdracht van artikel 22 van de Grondwet geschreven: “Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.” De door de minister geformuleerde beperkte doelgroep voor de sociale huurwoningen roept zo een vraag op. De vraag of ook andere woningzoekenden met een inkomen tot 130 procent van modaal hoop mogen putten uit de eis dat Almere minstens dertig procent sociale huurwoningen hoort.