In bestuurlijk Nederland is vertrouwen van volksvertegenwoordigers de basis voor het functioneren van ministers, gedeputeerden en wethouders. Politieke bestuurders zijn afhankelijk van het vertrouwen van de meerderheid van de gekozen volksvertegenwoordiging. Aan die volksvertegenwoordigers leggen politiek bestuurders verantwoording af. Zo is de gemeenteraad de baas en horen wethouders rekening te houden met de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging.
Wethouders kunnen hun zegenrijke werk voor de stad dus alleen verrichten bij de gratie van vertrouwen. Zonder het vertrouwen van de meerderheid van de gemeenteraad kan een wethouder niet verder. De gemeentewet maakt duidelijk waarmee de gekozen volksvertegenwoordigers duidelijk kunnen maken dat het vertrouwen in de wethouder opgesoupeerd is: de motie van wantrouwen.
Bij gebrek aan vertrouwen is het gebruikelijk dat een wethouder onmiddellijk vertrekt. Het kan zijn dat hij of zij daar geen trek in heeft. Dan heeft de volksvertegenwoordiging – zie artikel 49 van de Gemeentewet – de ultieme sanctie van ontslag achter de hand. De wethouder krijgt geen kans om daar zijn of haar eigen verhaal – zienswijze – op te geven. Hij of zij moet het ontbreken van vertrouwen aanvaarden en min of meer gelaten over zich heen laten komen.
Wethouders die opstappen maken de vertrouwensregel onschadelijk. Ontslag is dan niet meer mogelijk. Door te vertrekken slaan wethouders de gekozen volksvertegenwoordiging het meest effectieve wapen uit handen. Na het zelf gekozen ontslag is er geen wethouder meer waar de gemeenteraad een motie van wantrouwen over kan aannemen.
Demissionaire bestuurders mogen alleen op de winkel passen. Die horen geen politiek gevoelige dingen meer te doen. Zou het verder openzetten van de geldkraan voor de Floriade politiek gevoelig zijn? Of is dat op de winkel passen?
Ontslag nemen vlak voor een nieuwe club wethouders zal aantreden heeft veel weg van een politieke truc. Een Ruttiaans handigheidje. De wethouders die ontslag aanbieden vanwege de Floriade zorgen er namelijk voor dat daar een motie van wantrouwen over dat onderwerp niet meer aan de orde is. Zij hebben de politieke verantwoordelijkheid genomen en zo de gekozen volksvertegenwoordiging het zwaarste wapen uit handen geslagen.
Voor een motie van wantrouwen hoeven de opvolgers niet meer te vrezen. Die zullen nu hooguit te maken krijgen met een raadsonderzoek naar de Floriade. Dan zal ongetwijfeld blijken dat een samenstel van een veelheid aan factoren heeft geleid tot waar de Floriade nu staat. Ook zo benieuw of risicoanalyse en risicobeheersing onderdeel van die kluwen aan oorzaken zullen blijken te zijn?
Zou iemand het collectieve ontslag kunnen zien als een fraai politiek toneelstuk waarbij theatraal tranen zijn geplengd? Dat gezamenlijk aftreden zal toch niet iets te maken hebben met de komende kandidaten voor het wethouderschap? Die kandidaten zullen na een ellenlange formatie naar verwachting binnenkort vlak na het ontslag van de zittende wethouders aantreden.
Ook zo benieuwd naar de stemming over de kandidaat wethouders? Ook zo nieuwsgierig naar het vertrouwen dat opgestapte en terugkerende wethouders dan ten deel valt?