Column | Het meisje dat verdween in de mist | Saqr Alsonidi

Van de redactie Nieuwe Nederlanders – Saqr Alsonidi, Jemenitische schrijver en journalist

Vandaag ging ik naar de stad Haarlem, waar een van mijn dierbaarste journalistenvrienden woont, die door omstandigheden gedwongen werd zijn land te ontvluchten.

We wandelden samen door de stad, spraken over vrijheid en over wat er gebeurt in het land dat we achter ons hebben gelaten. We renden door de oude straten van de stad, die een belangrijke rol speelden in de Nederlandse geschiedenis.

Terwijl we samen liepen, hoorden we een lied en het geluid van een trommel. We volgden het geluid en kwamen bij een groep Nederlanders die aan het dansen waren, geleid door een man van middelbare leeftijd. Ze zongen woorden mee waarvan ze waarschijnlijk de betekenis niet kenden, maar de dans was duidelijk en begrijpelijk voor iedereen.

Mijn vriend Walid zei dat het de soefidans was, een dans die de ziel raakt en het lichaam laat bewegen volgens een innerlijk verlangen.

Iedereen leek met zijn ziel te dansen, niet alleen met zijn lichaam. Maar er was een meisje uit Utrecht, gekleed in een rood shirt, die vanuit haar hart danste. Ze leek op een vogel die zijn vleugels spreidde in een bos dat ze bezat.

Toen ze klaar was met de dans, verlieten we de menigte en gingen naar haar toe. We spraken met haar. Ze wist precies wat ze deed en beheerste het. Daarna wisselden we namen uit en gingen uit elkaar.

Een paar momenten later ontmoetten we elkaar opnieuw. Ze had mijn naam onthouden en herhaalde hem op een manier die ik nog nooit eerder in Nederland had meegemaakt. Het is hier niet gemakkelijk voor mensen om je naam te onthouden. Het is een vreemde naam, afkomstig uit een vreemd land, met vreemde gewoonten en misschien een andere wereld.

Soms voel ik me alsof ik van een andere planeet kom. Maar als ik met hen begin te praten over literatuur en over de boeken die ik uit Nederland heb gelezen – van Herman Koch, van Brederode, Thomas Rosenboom en anderen – smelt een deel van het ijs. En als ik het lied “Waarom ben ik alleen?” zing, verschijnt er een glimlach op hun gezichten, alsof ze willen zeggen: “Deze persoon kent ons.”

Zijn wij verplicht om de ander te leren kennen? Zijn zij verplicht om te weten waar ik vandaan kom? Of ben ik degene die de details van hun leven moet leren kennen, hun paden en bloemen, om met hen in contact te kunnen komen?

Dit zijn controversiële vragen. Maar wat zeker is, is dat we moeten proberen de ander te leren kennen, in plaats van slechts een voetnoot in de stad te blijven. We zijn niet uit het niets gekomen. We komen uit een wereld die gevuld is met alles: wijsheid en literatuur, poëzie, verhalen en romans. We zijn niet geboren uit de botsing van strijders zoals de oerknal. We komen uit een wereld vol cultuur, verdriet en vreugde. We zijn in staat tot alles, inclusief het waarderen van de gevoelens van anderen.

We zijn niet zomaar mensen die heen en weer lopen. Zoals een meisje ooit zei toen ik haar onze dans liet zien: “Wanneer begint de dans? Jullie lopen alleen maar.”

Jullie komen en gaan! Maar dat is niet waar. Wij dansen ook. Geloof niet alleen het geluid van kanonnen, maar luister ook naar de stem die daarna door de lucht breekt. Wij zijn mensen, wij bestaan.

En ik, zoals ik al zei, meisje uit Utrecht, ik heb een naam die geroepen kan worden. Ik heb een breed ballingschap en ik kan niet verdwijnen in de mist zoals zovelen dat doen.

Saqr Alsonidi, Jemenitische schrijver en journalist  heeft een boek met de titel ‘Raafat’s Journey’.

Omroep Almere geeft onze nieuwe Nederlanders een plek om hun verhaal te kunnen delen.

Geschreven door