In de voorbije weken heb ik heel wat debatten meegemaakt. U kunt sommige ervan terugvinden op de speciaal voor de verkiezingen ingerichte website www.almerekiest.nl.
De meeste debatten waren echter gesprekken van drie of vier mensen aan een tafel of gezeten op een barkruk die vertelden wat ‘wij van onze partij’ ergens van vonden. Verhitte discussies ben ik niet tegengekomen.
Zelden was er vuurwerk, men hield de degens liever in de schede dan ze te kruisen. Af en toe sloeg ook bij mij de verontwaardiging toe, bijvoorbeeld toen een VVD-kandidaat zei: ‘Daarom vinden wij van de VVD ook dat er geen geld meer naar de Floriade mag.’
Zelden viel het F-woord, merkte ik. Maar áls het viel, ging er altijd een siddering door zo’n zaal of werd er veelzeggend gelachen. Maar in de pan sloeg de vlam nooit.
Johan de Leeuw die in een van de eerste debatten zei desnoods een kerncentrale in zijn tuin te willen, zorgde misschien nog wel voor de meeste ophef.
Er waren leuke initiatieven, zoals dat van JAMES, Jonge Almeerders Met Een Stem, die ons in de raadszaal fileerden met scherpe stellingen. Luchtig, scherp en raak.
Maar het meest was ik onder de indruk van Het Woondiscours in de Cultuurdôme in Almere-Buiten.
Om de gebruikelijke setting te doorbreken, had ik het idee opgevat dat de politici, waaronder ik dus ook, hun banners, posters en flyers zouden moeten inruilen voor een stoel en nou eens luisteren naar jongeren die woonruimte ontberen.
Dat idee werd door de Cultuurdôme omarmd, zoals dat tegenwoordig heet. Vanaf daar lag de bijeenkomst in hun handen.
Ik zag met vreugde de partijvertegenwoordigers die kwamen, nota bene negen in getal. Onwennig vanwege de setting in die immense, galmende hal van een oud winkelcentrum.
Ik was blij met een jongerenwerker en de directeur van Goede Stede als mede-sprekers die niet alleen uitleg maar ook bezieling boden.
Maar ik was trots op die jongeren die ons kwamen vertellen hoe hun leven er door de woningnood uitziet. Soms zelfverzekerd, vaker nog nerveus. Ik voelde, ondanks het geringe aantal, dat dit een goed begin was. Een aanzet tot meer, tot vaker.
Na afloop hebben we besloten dat we dit, zulke ontmoetingen waarin de lokale politiek de door problemen getroffen inwoners hoort vertellen, vaker moeten doen. Luisteren in plaats van leuteren. Eens per maand? Eens per jaar? Dat gaan we bespreken. Er is een stap gezet, nu de volgende.
En andere mensen met woonproblemen dan? Woningnood en woningtekort zijn de problemen van velen, niet alleen van de jeugd. Voor anderen moet dat ook kunnen. Er tekent zich een plan af. Als je niet ergens begint, zul je nergens komen.
In de Cultuurdôme zullen die bijeenkomsten echter niet vaak meer plaatsvinden. Die wordt in september afgebroken. Om plaats te maken. Voor woningen.