Mijn vorige publicatie over de Floriade leidde tot een stortvloed aan reacties. En wat mij betreft tot de conclusie dat de raadsdiscussie die dinsdag 9 juni over de Floriade wordt gehouden bij voorbaat tot mislukken gedoemd is. In die zin dat er geen echte uitwisseling van standpunten en de daarbij behorende argumenten zal plaatsvinden. De stellingen zijn in graniet gegoten, voor- en tegenstanders staan ziende blind en horende doof tegenover elkaar, kortom de Floriade is in de raad van Almere verworden tot een loopgravenoorlog.
De tragiek van een loopgravenoorlog is dat de partijen zich niet alleen letterlijk hebben ingegraven, maar dat zij meestal nauwelijks terrein winnen. Dat noemen we een patstelling. De Eerste Wereldoorlog is daar een schrijnend voorbeeld van. Miljoenen soldaten aan beide zijden vonden de dood zonder dat er sprake was van doorslaggevend militair voordeel.
De discussie over de Floriade verloopt gelukkig heel wat vreedzamer dan het conflict van ‘14-‘18. Er wordt niet met scherp geschoten. Eigenlijk zijn het vooral losse flodders die over de stellingen vliegen. En zoals met elke oorlog is het de waarheid die als eerste sneuvelt. Nu wordt het lastig, want ik ben allerminst objectief, dus wie ben ik om te bepalen wat die waarheid is? Laat ik mij beperken tot kwalificaties die ik in de reacties ben tegengekomen.
Het eerste wat opvalt is dat de tegenstanders zich veel feller uiten dan de voorstanders. Ik snap dat, want als voorstander weet ook ik dat een garantie voor succes niet kan worden gegeven. Dat maakt het lastig. De tegenstanders daarentegen hoeven geen enkele verantwoording af te leggen als het evenement niet doorgaat. Dan hebben zij de stad gered en niemand zal ooit weten wat zij Almere hebben onthouden. Sterker nog, zij eisen nu al op hoge toon een raadsenquete, want de schuldigen moeten hangen. Een raadsenquete naar de schade die berokkend is door een evenement af te blazen, heeft voorzover ik weet nooit plaatsgevonden. Een idee?
Waar de voorstanders hun woorden dus voorzichtig kiezen, gaan de tegenstanders helemaal los. Ik las in een reactie dat de tegenstanders met veel meer argumenten komen dan de voorstanders, maar daar heb ik weinig van gezien. Of (dis)kwalificaties als een feestje voor de elite, een onderonsje voor de bobo’s, geld dat onder de tafel verdwijnt, zouden als argumenten moeten worden bestempeld. Voorts worden cijfers volstrekt niet geloofd, wordt een technische toelichting als een reclamepraatje afgedaan en moest ik zelfs gaan bewijzen dat ik toch echt vanaf dag 1 een voorstander van de Floriade ben. Tot zover de argumenten.
Vergis u niet, dit is geen aanklacht tegen de tegenstanders van de Floriade, het is wat mij betreft vooral een hand die in eigen boezem wordt gestoken. Want wat hebben wij ons als voorstanders laten piepelen en framen. Wat zijn we laf geweest. Bijvoorbeeld toen veldmaarschalk Toon van Dijk op zijn PVV-hobbelpaard zat te oreren dat ambtenaren en collegeleden gefraudeerd hadden bij de aanbesteding van de Floriadewijk. Daar was onder een hoedje gespeeld met Amvest. Doorgestoken kaart. De uitkomst stond bij voorbaat vast. Slechts enkelen, onder wie de voorzitter van mijn fractie (Leefbaar Almere), Kees Ahles, kwamen hier tegen in het geweer. Deze zware aantijging vervloog in de van ongemak bezwangerde atmosfeer in de raadzaal. Want in feite werden die ambtenaren en collegeleden van criminele samenzwering beschuldigd. Maar je, het was Toon z’n dingetje. Niet op reageren Lena.
Een schande!Dinsdag staan we weer tegenover elkaar. In de loopgraven. Veldmaarschalk Van Dijk zal zijn troepen toespreken. En zoals elke veldmaarschalk zal hij de waarheid naar zijn hand zetten. Want het is de leugen die mensen ophitst om de waarheid om zeep te helpen. Toon zal wederom de financiële afgrond schetsen waar Almere in terecht zal komen als dat feestje voor de bobo’s doorgaat. Hij zal alle cijfers van de hand wijzen en met nog net niet overslaande stem eisen dat er nu eindelijk naar het volk, zijn volk, wordt geluisterd.Alleen al daarom ben ik blij dat ik in een loopgraaf aan de andere kant van het niemandsland ben gelegerd.