Vandaag is de laatste maand van het jaar 2020 begonnen. Nog 31 dagen in een bijzonder jaar, een jaar waarvan veel mensen zo’n 334 dagen geleden heel andere verwachtingen hadden. Een jaar ook dat we anders af zullen sluiten dan we normaal gewend zijn.
Aan het eind van dit jaar zitten we zo’n 260 dagen in een heel andere wereld dan we verwacht hadden. In die 260 dagen zijn er veel mensen overleden of (ernstig) ziek geworden door Covid-19. En de verwachting is dat we ook in 2021 (ergens tot in maart) in meer of mindere mate last zullen hebben van het virus. Maar daarna zal alles weer normaal zijn.
Nou ja, normaal? Laten we het er op houden dat het minder abnormaal zal zijn, want het zou mooi zijn als het besef dat we niet op de oude voet door kunnen gaan voldoende is doorgedrongen.
Ons dagelijks leven hoeft wellicht niet zoveel te veranderen (ten opzichte van begin dit jaar), we kunnen elkaar straks vast weer volop ontmoeten en met elkaar afspreken. Het bezoek aan de dingen die we leuk vinden wordt wellicht nog wel aangenamer (het aantal bezoekers blijft waarschijnlijk gemaximeerd) dan het was. Tegelijkertijd zal er vaker thuis worden gewerkt (waardoor het verkeer minder toeneemt) en stapt men wellicht ook minder snel in de auto (of de trein) voor een (korte) afspraak. De digitale wereld is groter geworden, mensen die nooit verwacht hadden dat ze online met elkaar in gesprek zouden gaan hebben die stap nu ook gezet.
Tegelijkertijd zullen we wel goed moeten kijken op welke manier we met de aarde om willen gaan. Hoe we er voor kunnen zorgen dat onze ecologische voetafdruk kleiner wordt zodat we op termijn de doelen van Parijs overtreffen en de klimaatverandering een halt toe brengen.
In mijn nieuwsjaarsbericht in Roodschrift schreef ik begin dit jaar: “Het komende decennium is cruciaal, het kan het begin van een nieuwe wereldorde betekenen. Een wereldorde die langzaam de neoliberale herfst zal doen verdwijnen en de weg vrijmaakt voor een nieuw, eerlijker systeem waarin economie en ecologie de basis vormen voor een samenleving waarin gelijkwaardigheid het uitgangspunt is.”
Natuurlijk had ik, ondanks dat er in China wel al het nodige aan de hand was, geen idee wat ons te wachten stond. Had ik geen idee over de problemen die voor ons lagen en had ik zeker niet de hoop dat de veranderingen op deze manier ingezet zouden worden. Maar de verandering is wel ingezet, niet vanwege politieke wil, maar uit nood. Als je naar de verkiezingsprogramma’s van de verschillende partijen kijkt dan begint het neoliberale front scheurtjes te vertonen en wordt er gezocht naar verandering. Dat geeft hoop dat deze crisis straks tenminste nog ergens goed voor was.
Ik wens iedereen een gezellige feestmaand en een goed begin van het nieuwe jaar. Laten we de voorzichtige ingezette verandering verder uitbouwen en van 2021 weer een mooi nieuw jaar maken.