Normaal gesproken ziet zij kinderen met gebroken armen binnenkomen of slachtoffers van een auto-ongeluk, maar de afgelopen weken zag verpleegkundige Marijke Koster op de Spoedeisende Hulp vooral patiënten met ademhalingsproblemen en andere coronagerelateerde klachten.
Koster kan zich haar eerste coronapatiënt nog goed herinneren: “Hij was een huisarts, dus dan denk je meteen ‘het kan mij ook treffen'”. De man kwam heel benauwd op de Spoedeisende Hulp van het Flevoziekenhuis in Almere binnen. Als artsen en verpleegkundigen waren ze goed voorbereid en droegen ze beschermende kleding. Dat is nodig om het personeel te beschermen tegen het zeer besmettelijke virus, maar tegelijkertijd is het misschien wel het moeilijkst dat je niet zomaar contact kunt maken, vindt Koster: “Je kan geen hand geven, niet even die arm om de schouder slaan, je kunt alleen woorden gebruiken. Dat maakt het wel heel lastig.”
Op de Spoedeisende Hulp merkten ze dat patiënten het ziekenhuis meden, omdat ze bang waren om besmet te raken. Niet nodig, aldus Koster, de coronapatiënten worden van de andere patiënten gescheiden. “We waren echt bezorgd dat mensen niet naar het ziekenhuis kwamen omdat ze niet durfden. Dat mensen met hersenbloeding of hartaanval nog even hebben gewacht en daardoor nu meer klachten hebben. Dat noem ik de schaduwzijde van corona”.
Ze wil iedereen meegeven de richtlijnen van het RIVM te blijven volgen en niet te verslappen. “Blijf thuis, we willen geen tweede golf van corona. Als je ziet hoe ziek deze patiënten zijn, dan houd je die anderhalve meter afstand”.