Gisteren lag ze te genieten op onze tuintafel. Vriendinnetje van me. Laat zich aaien en doet me sterk denken aan haar mannelijke evenbeeld, die een paar jaar met ons opgroeide in Hengelo. Die kater heette Whiskey. Hij werd al huisgenoot toen we ons eerste flatje betrokken aan de Icarosstraat.
Een buurvrouw ontdekte dat hij muzikaal was, toen hij zomaar bij haar, naar binnen geglipt, op de piano over de toetsen tippelde. Whiskey nam op ons volgende adres op de Hasseler Es ook regelmatig de benen. Er was ruimte genoeg om het huis. Als ie dan niet thuis kwam riep ik hem luid aan de voor of achterdeur. Sommige buren dachten dat ik een drankprobleem had.