Sommige dingen gebeuren in stilte. Andere met trompetgeschal. Of met wapengekletter. De blijdschap van de een kan de woede van de ander oproepen; het omgekeerde komt zelden voor. Het kan wel, maar de meesten van ons worden niet blij bij de woede van anderen.
Politici hebben het in elk geval moeilijk met het duiden van winst, gejuich en blijdschap van hun tegenstanders, zo bleek in de afgelopen dagen.
Geen spoortje van kiespijn bij de boeren sinds woensdagavond, ze lachen breeduit. Vlaggen worden teruggedraaid als voorbode van het verwachte terugdraaien van het Haagse beleid. In Groningen worden de boeren nu over de rode loper in het provinciehuis ontvangen; dat is toch leuker dan met een shovel de deur eruit rijden.
Iedere bewindspersoon die maar gevonden kon worden, kreeg in de voorbije dagen een microfoon onder de neus geduwd. Journalisten zijn sinds de ongekende winst van ‘de Deventer deerne’ op zoek naar uit het lood geslagen ministers en naar woorden zoekende staatssecretarissen. Naar aangedane partijleiders en hun geschokte leden.
De gevestigde orde buitelt over elkaar. Sommigen putten zich uit in verklaringen, anderen doen een beroep op ‘verkiezingsrust’. Men moet het allemaal eerst eens laten bezinken. Maar dat is in dit digitale tijdperk van jachten en jagen ongewenst bij pers en publiek. Men eist antwoord, duiding van de ‘politieke aardverschuiving’.
Bovendien kunnen de stoïcijnse, de breed lachende, de minzaam knikkende, de begripvol ogende kopstukken het zelf ook niet laten om tóch iets te zeggen. Voornamelijk dat het niet zo’n vaart loopt. Dat het beleid natuurlijk onveranderd voort moet terwijl het verandert…
‘De kiezer heeft gesproken. Zo’n signaal kún je niet negeren. Uiteraard moet je dit meewegen. Dit gaat gevolgen hebben, maar het gaat geen gevolgen hebben…’ Misschien was de conclusie ‘een bittere pil’ nog de meest eerlijke.
Wat opvalt, is dat geen van de bevraagde bewindslieden tot de conclusie komt dat de verkiezingsuitslag aantoont dat steeds meer mensen ‘de gevestigde orde’ de rug toe keren. Dat men eerder massaal niet ging stemmen uit onvrede, maar dat ‘de kiezer’ kennelijk de weg naar het stemhokje weer wat teruggevonden heeft.
En dat het vertrouwen er, sinds de aankondiging van ‘een nieuwe bestuurscultuur’ en ‘een nieuw elan’, aantoonbaar niet groter op is geworden.
Maar mogen ministers die op hun eerdere departementen compleet faalden om vervolgens via stuivertje wisselen gewoon op het pluche van andere departementen terug te keren, eigelijk wel hopen dat zo’n ‘Ruttiaanse’ belofte de gemoederen bedaart?
Dat je bevolking het begrijpt dat de minister van Financiën naar Buitenlandse Zaken verkast en die van Buitenlandse Zaken naar Financiën zonder dat ze daar ook maar in het minst verstand van hebben? Dat ‘zij van Binnenlandse Zaken’ plots minister van Defensie werd? Gelukkig zat er een foldertje bij met uitleg over rangen en standen. En dat zij van Landbouw zich op Armoedebeleid, Participatie én Pensioenen mocht storten, evenmin gehinderd door enige kennis van zaken?
Hetgeen zij sindsdien aan beleid hebben opgelegd, veroorzaakte nog meer onvrede in het land. Hetgeen zij sinds woensdagavond zeggen, getuigt niet van enig inzicht in het eigen falen.
Terecht vrezen politieke duiders op de wijd openstaande deur van het onfrisse achterkamertje waar de Klaver-Kuiken-clan al handenwrijvend zit te wachten.
En ondertussen, in betrekkelijke stilte, voltrekt zich ergens in Nederland een lovenswaardig proces. Er is namelijk een stad waar in de voorbije jaren nogal wat fout is gegaan en fout is gedaan. Waar je terecht kwaad over kunt zijn.
Almere heeft door hoogmoedige bestuurderen en megalomaan denken niet alleen vele miljoenen euro’s verloren, maar bovenal het vertrouwen van veel van haar inwoners. Erger kan nauwelijks.
Mensen die zich niet gehoord voelen en die hun onvrede maar ook hun wensen niet vertaald zien in beleid haakten compleet af.
In de afgelopen tijd is aan verbetering van die omstandigheid gewerkt.
Vanaf aanstaande donderdagavond zal de Politieke Markt anders zijn. De wijze van vergaderen en besluitvorming is veranderd. Met zestien partijen is het lastig gebleken om iedereen goed aan het woord te laten zodat verandering voor de hand lag, maar dat is niet de belangrijkste reden.
Vanaf donderdag krijgen de inwoners meer mogelijkheid om mee te praten. Letterlijk. Worden ingezonden brieven aan de raad niet meer ‘ter kennis’ genomen en terzijde gelegd.
Ik zal er na donderdag meer aandacht aan wijden, want, ook al is het dan wellicht geen politieke aardverschuiving, er is iets veranderd, hopelijk verbeterd. In gepaste stilte.
Het zal toch niet zo zijn dat ergens in ons land de onvrede van inwoners wėl is gehoord? Dat die zowaar serieus wordt genomen? Dat ze ergens iets hebben geleerd van gedane zaken, ook als die geen keer meer kunnen nemen? Nota bene in de stad waar men er zo’n bende van heeft gemaakt?
Terwijl men in twaalf provincies én in Den Haag met veel gedoe die grote BBB-meloen aan het doorslikken is, gebeurt er iets in Almere waar ik zowaar blij van word. Hoop van krijg.
Maar eerst zien, dan geloven. Dat wel, natuurlijk.
Ton Theunis is fractie assistent bij APOPA