Op Joop.nl schrijft René Romer een goed stuk over de positie van links in de politiek. Maar in de “klem” die hij beschrijft schuilt wellicht ook een enorme kans.
Verdeling Links/Rechts
In zijn verhaal schaart hij D66 onder de linkse partijen en daar kan ik mij slecht in vinden. Weliswaar is D66 een progressieve partij maar links kan ik ze, op sociaal gebied, niet vinden.
Thema’s
Romer geeft aan dat vooral toenemende identiteitsgevoelens traditioneel Links parten spelen. Daar heeft hij een belangrijk punt, een punt dat volgens mij vooral kansen biedt.
De opkomst van het rechtspopulisme
Met de opkomst van Pim Fortuyn was er in 2002 een grote toename van het aantal zetels voor deze partijen. LPF en Leefbaar Nederland behaalden samen 28 zetels in de Tweede Kamer en vormden daarmee een flink machtsblok. In de jaren daarna zakte het aantal zetels wat in maar het bleef een substantieel aantal. Bij de afgelopen verkiezingen behaalden de opvolgers van deze partijen (PVV, FvD en JA21) wederom 28 zetels. Het lijkt dat dit (een kleine 20% van het potentieel aan kiezers) wel het maximum is.
De groei van deze partijen ging wel voor een belangrijk deel ten koste van traditioneel Links (PvdA, SP en GroenLinks) deze partijen verloren (2002 ten opzichte van 1998) met elkaar 19 zetels (van 61 naar 42).
Ontwikkelingen sinds 2002
Bij de verkiezingen van 2006 behaalde de Partij voor de Dieren 1 zetel, inmiddels staat deze partij op 6 zetels. Ook deze groei zal voor een belangrijk deel ten koste van (Groen)Links zijn gegaan. In 2017 kwam DENK met 3 zetels in de Tweede Kamer, ook na de afgelopen verkiezingen staat deze partij op 3 zetels. Bij de laatste verkiezingen heeft ook BIJ1 een zetel behaald. Daarmee staan deze (sociaal gezien) linkse partijen, landelijk, in totaal op 10 zetels.
De randstad
Zoals Romer in zijn artikel beschrijft is de situatie in de Randstad duidelijk anders. In de grote steden in dit gebied zijn de DENK, BIJ1 en NIDA (deze partij haalde landelijk geen zetel maar was in dit gebied groter dan landelijk) samen over het algemeen gezamenlijk groter dan PvdA, PS en GroenLinks afzonder. Dat geldt ook voor de provincie Zuid Holland als geheel.
Welke les valt hier uit te trekken?
Wat mij betreft is het duidelijk dat voor de Linkse partijen, nadat zij eerst uitgehold zijn door extreem rechts (de “witte” identiteit), de uitholling aan de linker kant (de “niet witte” identiteit) kant dreigt. Daarmee dreigt een “zwarte Piet-scenario” waarbij uitersten steeds verder van en steeds harder tegenover elkaar komen te staan.
De kans voor Links
Waar het aannemelijk is dat de grootste groep van deze kiezers van origine tot de bloedgroep van de linkse partijen hoort is het ook aan deze partijen om hen duidelijk te maken dat zij nog steeds een beter alternatief zijn dan de partij die nu hun stem kreeg.
Deze partijen zullen dus duidelijk moeten maken dat niemand er belang bij heeft om de loopgraven te betrekken en het (hopelijk) verbaal uit te vechten maar dat toenadering en samenwerking een socialere en rechtvaardigere samenleving op zal leveren waarbij iedereen aan zijn trekken kan komen. Ik heb de oplossing niet voorhanden, dat laat ik aan de politiek over. Mijn advies: “Haal mensen van hun eiland af en zet ze bij elkaar”.