Terwijl aan de overzijde van de A6, daar waar ooit het Vogeleiland was en camping Waterhout lag, waar Philip van Tiel zijn boten te water liet, terwijl op die plek voor vele miljoenen werd weg vergaderd, weggegraven, weg gebouwd, maar vermoedelijk vooral weggegooid, kijkt al maanden een wezen op Almere neer.
Het had er hoge verwachtingen van, vermoed ik zomaar vanwege zijn explosieve uiterlijk. En men had ook zeker hoge verwachtingen van dat wezen. Het zou hét expressionistische beeldmerk zijn. Niet van de Eppo, niet op de Donald Duck of van Marvel Comics maar van Almere. Van ‘The Growing Green City’! Dat imago dient immers onder de aandacht van de wereld gebracht. De naam van Almere mag niemand ontgaan. In vijftig jaar gebouwd, het ligt onder de zeespiegel: allemaal niet spectaculair genoeg. Men sleepte er de meest gewenste moderniteiten aan de haren bij. Kijk ons toch eens…
Almere is ook een groenstad, dat klopt ook. We hebben veel stadsparken, bossen en buitengebieden vol wild, al schieten we daar het meeste momenteel van dood. En al heeft ons stadsbestuur heel andere beelden voor ogen: het meest groen is Almere toch echt in haar vele tientallen zolderkamertjes, kruipruimtes, failliete plantenkassen en kelderboxen. Dat is natuurlijk niet wat je als bestuurders van een echte Growing Green City aan al die andere bestuurders wilt laten zien, maar de werkelijkheid heeft de utopische fictie allang ingehaald.
En niet voor het eerst: toen Almere serieus eens ‘Culturele Hoofdstad’ wilde worden, was net in dat jaar museum De Paviljoens gesloten, moest de CKV-opleiding de Kunstlinie uit, bleek kunstwerk Das Doppelhaus bij het oude hout op de gemeentewerf te liggen, overwoog men Corrosia te sluiten en werd er bezuinigd op de subsidies voor alle culturele instellingen.
En nu? Ach, je wilt je als bestuurder zo graag een groen, gezond imago aanmeten waarmee je jezelf aan de wereld kunt verkopen als innovatief, duurzaam en wat al niet meer. Maar ondertussen zul je je noodzakelijke nieuwe woningen toch echt ergens neer moeten plempen, dus daar gaan de parken, grasvelden, groenzônes.Oja, en passant zaag je ook elke boom om die het lef had om dikker dan een meter en hoger dan de dakgoot te worden, want anders dreigen ze maar massaal om te vallen.
Daarnaast loopt het met die zo ‘gezonde’ Almeerder ook wel los. Het broodje Knakwortel is weer uit de vaart (der volkeren) genomen, want het sloeg toch niet echt aan bij het volk. Onderzoek wees daarnaast uit dat de Almeerder gemiddeld het hoogste overgewicht van Nederland heeft. Dat zijn favoriete uitje in een ‘all you can eat-restaurant’ plaatsvindt. Dat Almere percentueel het hoogste aantal snackbars en fastfood-tenten heeft.
En jij, bestuurder op dienstreis, ondertussen maar in China, Duitsland en in Korea verkondigen dat Almere ‘innovating, exciting, sustainable and healthy’ is. Daar keek dat wezen dus allemaal op neer. En het weende bitter. Dikke tranen met tuiten liepen over zijn wangen en langs zijn eerder zo gespierde, uitdagende en enerverende lijf. Natuurlijk niet! Als ware het een symbolisch voorteken: de Hulk kwijnt weg. De verf loopt langs de grote verdedigingstoren naar beneden, traag maar gestaag.
Zelfs dat grote plakplaatje van € 14.000,- kan aan de teloorgang van onze peperdure façade niet ontkomen. Ongetwijfeld zullen we in april, nét voordat de Koning komt, allerlei jonge kunstenaars nog ploeterend met nieuwe plaksels in de weer zien, om in allerijl het wezen nog ietwat op te kalefateren.
Alles om de schijn op te houden. Maar het helpt niet meer. Ik zou deze treurige stripfiguur maar heel snel strippen als ik ons stadsbestuur was. Het sprookje is al heel lang uit…