Afgelopen week werd Samuel Paty van het leven beroofd. Een gruwelijke daad, uitgevoerd omdat mensen vonden dat de profeet beledigd werd. Maar belediging was helemaal niet het doel van het tonen van de cartoons van de profeet.
Het ging er om dat over de vrijheid van meningsuiting gesproken kon worden. Wat mag je wel of niet zeggen? Gaat het daarbij om het recht van de spreker of om het recht van de toehoorder. Natuurlijk gaat het om het recht van de spreker. Als het je niet bevalt wat er wordt gezegd dan kun je naar de rechter stappen. Wat je niet, nooit, kunt doen is het recht in eigen hand nemen.
Inmiddels is duidelijk dat de dader informatie van anderen had waardoor hij zijn doelwit kon bepalen. Dat is kwalijk want daarmee is het meer dan een daad van een gevaarlijke gek, maar is er wellicht sprake van een complot. Het lijkt er op dat de groepsdruk de overhand heeft en dat daarmee het eenvoudiger wordt om grenzen te overschrijden.
Ik heb niets tegen moslims, geloof dat zij een positieve bijdrage aan onze samenleving kunnen leveren. Maar dan is het wel van belang dat wij hand in hand, schouder aan schouder dit geweld veroordelen.
Het is niet langer een geloofskwestie maar een zaak van menselijkheid.