De invoering van Betalen naar gebruik kan duur uitpakken voor inwoners van Flevoland. Het Rijk bereidt een systeem voor waarbij de motorrijtuigenbelasting vanaf 2030 wordt vervangen door een heffing per gereden kilometer.
Door de relatief hoge woon-werkafstanden gaan Flevolanders meer betalen dan inwoners van andere gebieden. Doordat alternatieven voor de auto voor velen ontbreken, zal ook het aantal banen dat Flevolanders kunnen bereiken sterk afnemen. De provincie maakt zich hier zorgen over en dringt bij het Rijk aan dit op te lossen voordat onomkeerbare stappen worden gezet bij de invoering van Betalen naar gebruik.
Het Rijk wil een vlakke heffing per kilometer. Dat betekent dat iedereen hetzelfde tarief betaald, ongeacht waar of wanneer er gereden wordt. De provincie Flevoland heeft onderzoek laten uitvoeren naar de gevolgen hiervan voor de inwoners van Flevoland. Het onderzoek kijkt alleen naar woon-werkverkeer.
Een vlakke BNG-heffing verslechtert de bereikbaarheid van banen voor alle groepen in Flevoland. Dit effect is in Flevoland een stuk groter dan in andere gebieden in de regio rond Amsterdam. Gebruikers van auto’s benzine of diesel in Almere en Lelystad kunnen vanwege BNG ongeveer 10% tot 30% minder banen bereiken, doordat de kosten voor het bereizen van die banen te hoog worden. Voor inwoners van de andere gemeenten in Flevoland is de afname zelfs 25% tot 50%. Dat verschil komt doordat inwoners uit Almere en Lelystad meer banen binnen hun bereik hebben met het openbaar vervoer.
De provincie Flevoland trekt hierin samen op met andere provincies, via het Interprovinciaal Overleg (IPO). De provincies dringen er bij het rijk op aan om zorgvuldig onderzoek te doen naar de gevolgen van Betalen naar gebruik en daarbij nadrukkelijk te kijken naar de beschikbaarheid van mobiliteit en de toegankelijkheid van werk en voorzieningen voor iedereen in de samenleving.
Het IPO roept op om verder te kijken dan gemiddelde effecten over grote groepen of gebieden. De gevolgen voor specifieke groepen, zoals locatiegebonden werkers (die dus niet vanuit huis kunnen werken), en regio’s en op individueel niveau zijn in veel gevallen veel ingrijpender dan wat gemiddelden laten zien. De provincies dringen onder andere aan op het open houden van de mogelijkheid om een verschillend kilometertarief te hanteren afhankelijk van plaats en tijd.