Tjeerd… |Column Ton Theunis

Ik meende het al te hebben geroken, maar sinds gisteren weet ik het zeker. Er zit een luchtje aan D66.

Of het nu de geur van vooringenomenheid is of die van regelrechte weerzin, de stank is inmiddels niet meer te harden. En dat komt door Tjeerd. Gisteren kon hij zich echt niet meer inhouden.

De partij van Tjeerd heeft het maar moeilijk de laatste tijd. Drie  kikkers willen uit de kruiwagen springen terwijl de vierde hardnekkig blijft volhouden dat de wereld vergaat.

Je kunt ook zeggen dat drie kreeften wél doorhebben dat het volkse water bijna het kookpunt heeft bereikt, maar kreeft Tjeerd houdt krampachtig vol in de pan.

Principieel, daar gaat het om bij Tjeerd. Als je iets afspreekt, dan houd je je eraan. Zeker als het om het voorkomen van het einde van de mensheid gaat.

Enkel en alleen daarom verzet hij zich met hand en tand -wat is trouwens vijf jaar op een mensenleven- tegen het ‘loslaten van 2030’. Anders vergaat de wereld namelijk. U ziet dat niet, domme BBB-stemmer. Gelukkig heeft Nederland Tjeerd, een man met principes. Hij doet het allemaal voor u.

Maar zoals ik al schreef: er zit wel een luchtje aan.

Want Tjeerd zette gisteren de aanval in tegen ‘geurhinder’. Ik hoor u denken, lezer. Tegen wat?

Laat het mij kort uitleggen. Er zijn mensen uit de stad op het platteland komen wonen. Die hebben last van die geurhinder. Want de boerderijen in de omgeving stinken, vinden ze. Vooral als ze mest uitrijden, ruikt het heel vies. Al eeuwen, maar goed.

Er zijn zelfs al klagers voor naar de rechter geweest, zo erg is het. En die gaf die arme door stankoverlast getroffen slachtoffers groot gelijk. Mogelijk was het dezelfde rechter die ook eens een vonnis over stikstof heeft uitgesproken?

Nou, maar dan kan die zo diep getroffen medemens op Tjeerd rekenen; hij staat pal voor zijn principes. Hij diende een motie in. En gisteren, in de Tweede Kamer, lichtte hij die met bezieling toe.

‘De wet moet fors worden aangescherpt. Mensen dreigen structureel in de stank te komen zitten als komende jaren gebouwd gaat worden in gebieden waar de geurnormen structureel worden overschreden.’

Tjeerd opperde om heel strenge normen te hanteren die slechts enkele dagen per jaar overschreden mogen worden…

Laat dit even op u inwerken, lezer. Het ging bij dat hele stikstofgedoe van ons standvastige kikkertje toch om het redden van de mensheid? Om het behoud van onze natuurgebieden? Daarom moest boeren toch het land worden onteigend?

Nee, Tjeerd kondigde gisteren, in weerwil van alle eerdere ontkenningen doorzijn partij, onverbloemd aan dat de bedoeling is om steeds meer in de richting van boeren te bouwen. En dan ga je ze ruiken. Dát is het.

Die vieze mestlucht, onmenselijk om daarin te moeten verblijven. Dat dient aangepakt. En eindelijk, eindelijk kwam dan voor velen bovendrijven waar Tjeerd werkelijk door gedreven wordt: hij heeft gewoon een hekel aan boeren. Die moeten weg omdat Tjeerd en de zijnen in aantocht zijn.

Zijn partij is fervent voorstander van open grenzen waardoor zo’n honderdtachtigduizend mensen per jaar ons land binnen mogen om hier te komen wonen. Dat worden er in tien jaar een kleine twee miljoen en die moeten allemaal ergens wonen. De Randstad breidt dus onvermijdelijk uit en er zijn twee keuzes: de lucht in of het land in.

Tjeerd heeft gisteren laten weten welke kant het volgens zijn partij op moet. Maar daar stinkt het!

En er stak een windje op in ons parlement. De andere drie kikkers waren hem gisteren helemaal zat en dat staken ze niet onder hun pluche stoelen of banken. ‘Ik twijfel aan de verstandelijke vermogens van de heer De Groot,’ sprak een kreeft van het CDA. En toen die bijval kreeg van de VVD liet Tjeerd zijn masker volledig vallen.

‘Het geurhinder-dossier past in het rijtje van mensen die ongelooflijk in de steek zijn gelaten door de overheid. Het is te vergelijken met het gaswinningsdossier in Groningen. Of de toeslagenaffaire. Je zult er maar wonen!’

Laat het goed tot u doordringen, lezer. De meneer wiens partij verantwoording draagt voor een paar van de meest grote schandalen uit onze parlementaire geschiedenis, de bewezen minachting van een regering en haar ambtenaren voor haar volk, zet mestlucht daar gewoon mee op één hoogte.

Een paar yuppen die zo nodig ook een huisje in de Achterhoek moesten, vergelijken met iemand wiens huis is vernield, wiens kind is ontvreemd. Hoe durf je!

Tegelijkertijd had het iets zieligs. Het was het een krampachtige poging van de laatste rivierkreeft om de rest ervan te overtuigen om toch vooral in de pan te blijven. Maar die hebben daar inmiddels schijt aan…

Ton Theunis is fractie assistent bij POPA

Geschreven door