Het kabinet wil dat de woningvoorraad in alle gemeenten voor minimaal 30% uit socialehuur bestaat. Die norm betekent in de regio Amsterdam dat gemeenten als Edam-Volendam, Bloemendaal en Laren met percentage onder de 20% een grote opgave hebben maar ook gemeenten als Haarlemmermeer, De Ronde Venen en Gooise Meren met minder dan 25% gevolgd door Almere met volgens de laatste CBS/MRA cijfers 25% sociale huurwoningen.
Van de geplande nieuwbouw met 24.500 woningen tot 2030 is 35% sociale huurwoning. Maar dit is niet genoeg om in 2030 ook het vereiste minimum van 30% socialehuur in de totale woningvoorraad te realiseren. Almere heeft van de 10 grootste gemeenten het laagste aandeel sociale huurwoningen. Er is dus meer sociale huur in de nieuwbouw nodig met gevolgen voor de grondopbrengst voor de gemeente. Die keuze tussen wat nodig is voor de volkshuisvesting en wat goed is voor de gemeentebegroting ligt nu bij de onderhandelingen voor een nieuw stadsbestuur op tafel.
Maar achter deze statistische werkelijkheid laat de praktijk nog een heel ander beeld zien. Het geplande aantal sociale huur in de Woonvisie van 850 per jaar vanaf 2020 is de afgelopen 2 jaar lang niet gehaald. Corporaties realiseerden in 2 jaar maar zo’n 600 van de geplande 1700 woningen, dat is maar 35% van de doelstelling.
Het tekort zal de resterende 8 jaar moeten worden ingelopen en daar ziet het met een daling van 27% van het aantal bouwvergunningen in het eerste kwartaal 2022 nog niet naar uit. Bovendien is van die geplande 850 sociale huurwoningen per jaar 41% (350) uitsluitend bestemd voor jongeren en studenten met tijdelijke huurcontracten. Deze markt is momenteel erg lucratief voor commerciële ontwikkelaars met een m2 prijs die hoger licht dan de m2 prijs in de vrijesectorhuur met minder dure voorzieningen zoals parkeerplaatsen. Die zie je in Almere dan ook als eerste gerealiseerd worden. De andere 500 extra sociale huurwoningen per jaar zijn voor de overige duizenden op de wachtlijst. Een druppel op de gloeiendhete woningnoodplaat.
Die spanning komt ook terug in de huidige politieke discussie over de invulling van de nieuwbouw aan de Wisselweg waar grote hoeveelheden studentenwoningen zijn gepland en geen andere sociale huurwoningen die meer m2 vragen en dure parkeerplaatsen. Bijstelling kost de projectontwikkelaar veel geld maar ook de gemeente. D66 wethouder Veeningen verschuilt zich achter de rug van de ontwikkelaar en zegt niet anders te kunnen alsof ze slechts toeschouwer is bij deze ontwikkeling. De werkelijkheid is anders want de gemeente is op veel fronten partij denk alleen maar aan de wijziging van het bestemmingsplan om het mogelijk te maken.
Maar in dit stadium lijkt aanpassing amper meer mogelijk. De raad had eerder moeten opletten en zich de consequenties van de verhoudingen in de Woonvisie dienen te realiseren. Met de ontwikkeling aan de Wisselweg en de komende Campus komen die studentenwoningen er wel, maar moeten andere wachtenden op een sociale huurwoningen langer wachten want die beloofde extra sociale woningen liggen steeds verder achter de groene heuvels van Almere.